UNHCR, 75 jaar op 14 december 2025: weinig reden voor een feestje
Dit academisch jaar, waarin het Vluchtelingenverdrag van 1951 75 jaar wordt, wijdt Marjoleine Zieck, hoogleraar International Refugee Law aan de UvA en hoogleraar Public International Law aan het Pakistan College of Law in Lahore, tien columns in Ars Aequi aan vluchtelingen en heldert zij enige van die misverstanden op.
In eerste instantie werd UNHCR voor de duur van slechts drie jaar opgericht door de Algemene Vergadering (AV) van de Verenigde Naties met het idee dat langer niet nodig zou zijn. Het leek wel of de AV optimistisch bleef want vervolgens ging het over op bestaanstermijnen van vijf jaar, en dat interval-bestaan liep door tot 2003. In dat jaar werd besloten om het mandaat van UNHCR te verlengen totdat het vluchtelingenprobleem zou zijn opgelost. In dat licht is een 75-jarig bestaan geen reden voor feest. Maar er is nog een andere reden om geen vuurwerk af te steken: geldgebrek. Afgelopen zomer publiceerde UNHCR een rapport met de veelzeggende titel: On the Brink. The devastating toll of aid cuts on people forced to flee. In het rapport geeft UNHCR aan dat het een tekort heeft van 8,1 miljard USD, dat komt neer op ruim 76 procent van het vereiste budget van 10,6 miljard. De oorzaak hiervan is het drastisch teruglopen van donorgelden waarop UNHCR drijft, in het bijzonder de traditioneel forse bijdrage van de VS, maar ook de bijdragen van Duitsland, Frankrijk en Italië zijn verminderd.
UNHCR geeft in genoemd rapport aan wat het al heeft ondernomen om de kosten te drukken: een derde van de staf is ontslagen, en er is gesneden in onderdak (40%), gezondheidsprogramma’s (35%), water, sanitaire voorzieningen en hygiëneprogramma’s (32%), registratie en statusbepaling van vluchtelingen (25%), scholingsprogramma’s (34%), kinderbeschermingsprogramma’s (35%), hervestigingsprogramma’s (44%), financiële hulp en non-food items (60%), etc. De reductie van personeel betekent ook dat UNHCR’s vermogen tot bescherming door aanwezigheid in het veld sterk is verminderd. Van de 550 operationele locaties van UNHCR in de wereld, zijn 185 geraakt door de verminderde inkomsten en dat geldt ook voor de hulp aan vluchtelingen in landen die zelf niet in staat zijn de grote vluchtelingenpopulaties die ze opvangen adequaat te beschermen zoals Libanon en Bangladesh. UNHCR geeft aan dat het bij het bezuinigen prioriteit heeft gegeven aan bescherming en duurzame oplossingen – dat rijmt overigens niet met de reductie van 44% op hervestiging – levensreddende interventies en noodhulp.
Ook de VN als zodanig lijdt onder het verlies van de financiële bijdrage van de VS, en is genoodzaakt om fiks te snijden in staf en uitgaven. Het UN80-hervormingsinitiatief dat de Secretaris-Generaal in maart lanceerde is gericht op het creëren van een efficiëntere, flexibele, geïntegreerde – en daarmee goedkopere – organisatie. Wat die integratie betreft, zou dit kunnen betekenen dat UNHCR wordt gefuseerd met aartsrivaal IOM (Internationale Organisatie voor Migratie). Ofschoon beide organisaties na de Tweede Wereldoorlog werden opgericht met een specifiek mandaat – (juridische) bescherming van vluchtelingen respectievelijk georganiseerde migratie (ook arbeidsmigratie) – is er in toenemende mate overlap tussen hun werkzaamheden (UNHCR houdt zich inmiddels ook bezig met anderen dan louter vluchtelingen zoals intern ontheemden en slachtoffers van natuurrampen en heeft haar werkzaamheden tot ver buiten juridische bescherming uitgebreid zoals de opsomming hierboven al aangaf). Nu de IOM sinds 2016 deel uitmaakt van het VN-systeem is de optie van een fusie tussen deze twee niet ondenkbaar. Desondanks lijken de hervormingsplannen vooralsnog af te stevenen op handhaving van de status quo, mogelijk omdat dit, ondanks de gedwongen bezuinigingen, meer winst dan verlies zou opleveren.
De vraag is dan hoe een afgeslankt UNHCR het komende decennium ingaat: de prioriteit die UNHCR nu heeft gegeven aan de primaire statutaire taken – het verlenen van internationale bescherming en het zoeken naar duurzame oplossingen voor het vluchtelingenprobleem (vrijwillige repatriëring naar het land van herkomst, integratie in het asielland, en hervestiging in een derde staat) – is wat dat betreft helder. Maar het vult het gat dat is geslagen in de humanitaire hulpverlening aan vluchtelingen niet op: welke VN-instantie er ook in zal voorzien, daarvoor zal geld nodig zijn. Overigens hoeft dat niet louter op basis van morele overwegingen te worden gegeven; nu de opgelegde bezuinigingen volgens UNHCR migratiestromen naar Europa veroorzaken, kan dat desnoods op basis van welbegrepen eigenbelang.
Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi december 2025.
Categorie: Columns




