Resultaat 12313–12324 van de 12969 resultaten wordt getoond
J.M. Smits
De Nederlandse varkenshouders zijn boos: zij worden getroffen door een recent aangenomen wet die hen een kwart van hun inkomen ontneemt. Daar staat tegenover dat met die wet het belang van het milieu zeer wordt gediend. Besproken wordt of de boeren schadevergoeding van de overheid kunnen eisen.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 1998AA19980567
W.J. Veraart
Wouter veraart schrijft waarom hij koude rillingen krijgt van de dwingende oproep tot aanpakken in samenhang met de niet minder dwingende oproep om geen (enkel) medeleven te tonen met mensen die de strafwet overtreden in de VVD-verkiezingsleuzen ‘Niet doorschuiven, maar aanpakken’ en ‘Meeleven met slachtoffers, niet met daders’.
Opinie | Columnnovember 2012AA20120823
P. Neleman
Annotaties en wetgeving | Wetgevingaugustus 1980AA19800511
M.M.J. Daams
Met ingang van 1 januari 2013 is de Politiewet 2012 in werking getreden. Daarmee is de vorming van één landelijk politiekorps een feit geworden. De Politiewet 2012 vervangt de Politiewet 1993, waarin voorzien was in een regionaal politiebestel. In deze bijdrage wordt de Politiewet 2012 nader belicht.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjanuari 2013AA20130052
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 9 december 2005, nr. 41117, ECLI:NL:HR:2005:AU7728, LJN: AU7728 Een vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst die op een onderdeel in strijd is met de wet, is slechts nietig indien de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet – over het geheel bezien – ter zake bepaalt, dat partijen niet op nakoming daarvan mochten rekenen.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2006AA20060825
M. Haveman, L. van Lent
Het wetsvoorstel dat in dit artikel wordt besproken, beoogt een nieuwe grond voor voorlopige hechtenis te introduceren in het Wetboek van Strafvordering. De voorgenomen toepassing van het snelrecht moet bij verdenking van specifieke misdrijven gepleegd tijdens evenementen en in het uitgaansleven grond worden voor de toepassing van voorlopige hechtenis. Het wetsvoorstel is juridisch niet houdbaar, aangezien het in strijd is met het Nederlandse wettelijke stelsel van voorlopige hechtenis en met artikel 5 EVRM. Zo wordt de rechter de bevoegdheid onthouden om een belangenafweging te maken voorafgaand aan zijn beslissing tot inbewaringstelling. Nu het enige doel van de voorgestelde grond voor voorlopige hechtenis lijkt te zijn om te zorgen dat een verdachte vastzit tot aan de snelrechtzitting, is het voorstel in strijd met de onschuldpresumptie.
Verdieping | Verdiepend artikelfebruari 2012AA20120094
M.J.G.C. Raaijmakers
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2015AA20150801
H. van der Tas, P. de Vries
In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de plannen van de overheid om tegen te gaan dat jongeren aan geweld worden blootgesteld. Zo zou er een mediakeuring moeten komen, strengere eisen voor televisie-uitzendingen met geweld en hogere straffen bij overtreding.
Opinie | Redactioneeljuni 1997AA19970386
E. Bauw
Een motie van de Tweede Kamer over het representativiteitsvereiste bij ideële vorderingen bij collectieve acties heeft voor veel ophef gezorgd. In deze bijdrage staat de vraag centraal of de in de motie gevraagde strengere toetsing aan het vereiste de juiste remedie is voor de zorgen van Kamerleden over het gebruik van collectieve acties door belangenorganisatie en of daarvoor alternatieven bestaan.
Opinie | Opiniërend artikeljuni 2023AA20230434
UCERF 10 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
M. Antokolskaia
De wetgeving en de onderliggende ideologie van het gezags- en omgangsrecht zijn de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Masha Antokolskaia gaat in op vechtscheidingen; een boeiend onderwerp, dat helaas voorlopig niet aan actualiteit zal inboeten.
A.G.A. Nijmeijer
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 13 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3435, zaaknr. 201703581/1/R2
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 2018AA20180239
A.V.M. Struycken
Het recht verdraagt geen wanorde. Wanordelijk recht schiet tekort in het doen ontstaan en voortbestaan van gerechtigheid in de maatschappelijke verhoudingen. De redactiecommissie van dit Bijzonder nummer ziet een probleem ontstaan; zij vindt het althans van belang zich de vraag te stellen of de harmonie in het recht heden ten dage kan worden behouden bij de veelheid en de betekenis van de niet-Nederlandse rechtsbronnen. In het onderstaande wordt gepoogd enige gedachten te ontwikkelen over de wijze waarop de wetgever bij voorkeur te werk zou moeten gaan in de sector internationaal privaatrecht (IPR). Eerst wordt ingegaan op de vraag waar de Nederlandse wetgever de wettelijke voorschriften van IPR bij voorkeur zou moeten onderbrengen (I). Vervolgens komt aan de orde de vraag hoe verdragsregels en EG-voorschriften zouden moeten worden ingepast (II).
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960347