Wetgeving

Plukze-wet

J.T.K. Bos

In dit artikel worden de hoofdlijnen van de Wet Plukze-nationaal besproken. Dit is de wet die op nationaal niveau de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel regelt.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1993
AA19930816

Publiek- en privaatrechtelijke aansprakelijkheid in de gewijzigde Wet bodembescherming

E. Bauw

Bespreking van de Wet Bodembescherming (WBB) die de Interimwet Bodemsanering vervangt. In de WBB is meer ruimte voor bodemsanering door de vervuilende burger, merendeels ondernemingen. De wet geeft instrumenten om onwillige burgers die verontreinigingen hebben veroorzaakt te dwingen om de bodem te saneren. In dit artikel worden deze en andere bevoegdheden van de overheid besproken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1994
AA19940810

Reaktie: Terechte tevredenheid over art. 429 quater Sr.?

J.L. van der Neut

Annotaties en wetgeving | Wetgeving | Opinie | Reactie/nawoord
juni 1982
AA19820302

Recente DNA-wetgeving in het strafrecht

Nieuwe wetgeving

C.C.M. van Deudekom, T.G. van der Zwaag

Dit artikel behandelt de recente veranderingen in het strafrecht, met betrekking tot de DNA-wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2003
AA20030390

Recente ontwikkelingen op het gebied van de gefinancierde rechtshulp – het Moduulbesluit

P.A.M. Meijknecht

Omdat het Moduulbesluit samenhangt met andere door het Ministerie van Justitie voorbereide maatregelen op het genoemde gebied, wordt de bespreking van dit besluit voorafgegaan door een kort overzicht van deze recente regelingen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1983
AA19830713

Rechtsbescherming in enkele recente onderwijswetten

P.J. van der Flier

In 1986 zijn enkele wetten in werking getreden die van belang zijn voor het hoger onderwijs. Het betreft de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (WWO), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) en de Wet op de studiefinanciering (WSF). De WWO vervangt de oude Wet op het wetenschappelijk onderwijs en regelt tevens de universitaire bestuursorganisatie. De WHBO voorziet het hoger beroepsonderwijs van een eigen wettelijk kader, waar die vorm van onderwijs voorheen geregeld was in de Wet op het voortgezet onderwijs; uit de considerans bij de WHBO blijkt overigens dat de wetgever het wenselijk acht binnen afzienbare tijd te komen tot een samenhangend geheel van gedifferentieerde onderwijsvoorzieningen op het gebied van hoger onderwijs, dat wil zeggen het wetenschappelijk onderwijs, het hoger beroepsonderwijs en het onderwijs aan de Open Universiteit. De WSF tenslotte biedt binnen een kader het geheel aan regelingen op het gebied van de studiefinanciering, waar voordien sprake was van een veelheid van regelingen. In dit artikel wil de auteur de inhoud van deze wetten laten voor wat hij is en zich beperken tot een bespreking van een aantal aspecten van de rechtsbescherming die zij bieden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1987
AA19870620

Reclasseringsregeling 1986

A. Patijn

Op 1 maart 1986 is een nieuwe Reclasseringsregeling in werking getreden (Stb. 1986, 1) onder intrekking van de oude Reclasseringsregeling uit 1970. De nieuwe regeling, die de vorm heeft van een algemene maatregel van bestuur, vormt de formele bezegeling van een reorganisatieproces binnen de reclassering. Aanleiding tot de reorganisatie vormde de kritiek op het minder doelmatig functioneren van de reclassering onder meer als gevolg van overlappingen in de overhead, daar zowel binnen de private als binnen de publieke sector op regionaal en op landelijk niveau coördinerende en leidinggevende functies bestonden. Verder bestond behoefte aan een hechtere worteling in de samenleving.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1986
AA19860761

Regeling van geschillen tussen aandeelhouders

B. Emmerig

Op 15 maart 1985 werd door de minister van Justitie ingediend een voorstel van Wet tot invoering van een geschillenregeling in besloten vennootschappen en bepaalde naamloze vennootschappen, hierna te noemen het wetsvoorstel. Op 2 april 1987 is dit wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen. Binnen afzienbare tijd zal ook de Eerste Kamer zich uitspreken over het wetsvoorstel. In deze bijdrage komen onder andere aan de orde depositie van de geschillenregeling ten opzichte van andere regelingen, de voorgeschiedenis van het wetsvoorstel en uiteraard de inhoud van het wetsvoorstel.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 1988
AA19880318

Roekeloos rijgedrag – een nieuwe strafbaarstelling in het verkeersstrafrecht

H.M. van Maurik

Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten die op 1 januari 2020 in werking is getreden, heeft de wetgever een duidelijk signaal afgegeven dat hij strenger wil (kunnen) optreden tegen verkeersgedrag dat als gevaarlijk of zeer onwenselijk wordt beschouwd. De meest in het oog springende wijziging is de introductie van een nieuwe strafbaarstelling voor zeer gevaarlijk rijgedrag dat zonder gevolgen is gebleven (art. 5a WVW) en waarop gevangenisstraf is gesteld van maximaal twee jaar. In deze bijdrage staat deze nieuwe bepaling centraal.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2020
AA20200193

Rondom de Woestijnwet: Herziening van het adviesstelsel

J. Postma, K. Schrijvers

De herziening van het adviesstelsel is een van de onderwerpen die in het kader van de staatkundige, bestuurlijke en staatsrechtelijke vernieuwing op de politieke rails zijn gezet. Aan de herziening wordt door middel van een complex geheel van samenhangende wetgeving vorm gegeven. De wetten die moeten leiden tot afschaffing van het huidige adviesstelsel en creatie van een nieuw bevinden zich in uiteenlopende stadia van parlementaire behandeling. Hieronder behandelen wij dit complexe geheel, en vraagstukken die daarbij aan de orde zijn.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1995
AA19950699

Sanctiewet 1977

P.J. Hustinx

Onderwerp van deze rubriek vormt ditmaal de Wet van 15 februari 1980 (Stb. 93) tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden (Sanctiewet 1977). Deze wet is om meerdere redenen interessant. Vooreerst vanwege de verwikkelingen die zich rond haar totstandkoming in de Eerste Kamer hebben voorgedaan. Daar werd het door de Tweede Kamer op 6 oktober 1977 - vandaar het achteraf voorbarig gebleken jaartal in de  citeertitel - aanvaarde ontwerp-Sanctiewet inzet van een langdurige strijd, waarbij de VVD en een groot deel van het CDA zich opstelden tegenover hun politieke geestverwanten in het kabinet. Deze laatsten stonden aanvankelijk voor de vraag of zij de verdediging van dit door het kabinet-Den Uyl voorbereide wetsontwerp wel moesten voortzetten. Een en ander heeft geleid tot een, zeker voor de Eerste Kamer, ongebruikelijk groot  aantal schriftelijke stukken, waaronder het verslag van een voor dit hoge college al evenzeer ongebruikelijke, maar druk bezochte hoorzitting. Men zie de kamerstukken onder nr. 14006. Opmerkelijk is voorts dat de Tweede Kamer zich tijdens de algemene politieke en financiële beschouwingen in oktober 1979 met de gang van zaken in de Eerste Kamer bemoeide en via een motie-Den Uyl (15800, miljoenennota, nr. 37) de wens uitsprak, dat het wetsontwerp - tot wet verheven - zo snel mogelijk in werking zou treden. Ook afgezien daarvan biedt de Sanctiewet echter voldoende stof voor een bespreking. Wij zullen ons hier beperken tot de hoofdlijnen en enkele aspecten die voor de lezers van dit tijdschrift van belang kunnen zijn. Voor een uitvoeriger beschouwing zij verwezen naar P. J. Kuyper, De nieuwe Sanctiewet, SEW 1980, p. 319 ev.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1981
AA19810072

Schadevergoeding voor slachtoffers van delicten in het strafproces

F.D. van Asbeck

In dit artikel wordt de nieuwe wet besproken die het voor slachtoffers van een misdrijf gemakkelijker gemaakt wordt om zijn of haar schade op de dader. In dit artikel worden de voorstellen van de commissie Terwee besproken, de voeging van de benadeelde in het strafproces, de schadevergoedingsmaatregel, de nieuwe bijzondere voorwaarde (art. 14c Sr).

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 1994
AA19940022