Verdieping

Privaatrecht & Boete

Over double damages bij privaatrechtelijke handhaving van mededinging

J.G. Boot

Post thumbnail In Nederland vindt beboeting traditioneel in een strafrechtelijk kader plaats. Dit geldt ook indien daarbij feitelijk het bestuursrecht wordt ingezet. In Europees verband is geopperd een boete te introduceren in het aansprakelijkheidsrecht. Dergelijke privaatrechtelijke boetes impliceren mijns inziens geen criminal charge in de zin van het EVRM. Dit heeft consequenties voor de waarborgen waarop de gedaagde zich zal kunnen beroepen. Ook zal een beroep op ne bis in idem bij samenloop van bestraffing in het privaatrecht enerzijds en het straf- en bestuursrecht anderzijds niet slagen.

Verdieping | Studentartikel
maart 2008
AA20080200

Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht

E.J. Zippro

Ondernemers en consumenten die het slachtoffer zijn van een inbreuk op de mededingingsregels lijden vaak schade. De eventuele boetes of dwangsommen die de Europese Commissie en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (verder: NMa) kunnen opleggen aan overtreders verdwijnen direct naar ‘Brussel’ of de Staat en komen niet terecht in de portemonnee van de gedupeerde ondernemers en consumenten. Naast de publiekrechtelijke handhaving door de Commissie en de NMa bestaat ook de privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Ondernemers en consumenten die het slachtoffer zijn van een mededingingsinbreuk kunnen bij de civiele rechter proberen hun schade vergoed te krijgen. In deze bijdrage worden de recente ontwikkelingen besproken met betrekking tot de privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Deze recente ontwikkelingen worden besproken aan de hand van de volgende vragen. Hebben ondernemingen en consumenten die het slachtoffer zijn van een inbreuk op de mededingingsregels een recht op schadevergoeding? Zo ja, welke obstakels vinden ondernemingen en consumenten op hun weg bij het instellen van een actie tot verkrijging van schadevergoeding op grond van schending van het mededingingsrecht? Wat zijn mogelijke oplossingen om deze obstakels te verkleinen en een doeltreffender systeem van privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht te creëren?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060598

Private militaire ondernemingen en staatsaansprakelijkheid: een uitdagende combinatie

W.J.M. van Genugten

De centrale vraag van deze bijdrage is hoe het is gesteld met de aansprakelijkheid van de staat der Nederlanden indien werknemers van private militaire en veiligheidsondernemingen zich, gewild of bij toeval, schuldig maken aan oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid. Aan de orde komen achtereenvolgens: een advies over deze materie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de reactie van de regering daarop (paragraaf 2), het Kamerdebat over de regeringsreactie (paragraaf 3), het internationale recht inzake staatsaansprakelijkheid (paragraaf 4), met een conclusie ter afronding (paragraaf 5). Het stuk heeft als belangrijkste bedoeling in kort bestek weer te geven wat er op het vlak van de private militaire ondernemingen en de staatsaansprakelijkheid zoal speelt, maar aarzelt niet stelling te nemen waar de auteurs dat zinvol achten.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2009
AA20090482

Private regulering: vloek of zegen?

T. Havinga

Post thumbnail Private regulering is voor sommigen een gruwel waar geen enkel heil van is te verwachten. Anderen hebben juist hoge verwachtingen: grotere betrokkenheid van burgers en bedrijven, realistische regels, betere naleving en lagere kosten. Wat is private regulering precies? Waar en wanneer komt het voor? Hoe werkt het in de praktijk?

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2019
AA20190855

Privatiseringscontracten met de Treuhandanstalt

R. Wagemakers

De Treuhandanstalt (THA) heeft tot taak de voormalige Oostduitse staatsbedrijven te privatiseren. Hierdoor is een nieuw soort bedrijfsovernamecontracten ontstaan. In dit artikel worden de belangrijkste kenmerken van deze privatiseringscontracten besproken. Als afsluiting volgt een korte beschouwing over het functioneren van de THA en de kritiek daarop.

Verdieping | Studentartikel
december 1993
AA19930847

Probleemoplossende wijkrechtspraak: implicaties voor de sociale advocatuur

N. Doornbos, R.A. Hanoeman

Post thumbnail

De rechtbank Oost-Brabant is in 2019 begonnen met een pilot probleemoplossende wijkrechtspraak. Een groep van zeven sociaal advocaten is hier nauw bij betrokken. De advocaten zijn over het algemeen enthousiast over de nieuwe aanpak. De uitbreiding van hun rol roept echter ook vragen op: zijn advocaten nu overwegend belangenbehartiger of teamplayer? Past de extra tijdsinspanning nog wel bij een rendabele bedrijfsvoering?

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2021
AA20211065

Proceskostenveroordeling in administratieve procedures

G. Langedijk

De Hoge Raad heeft in het arrest Velsen/De Waard uitgemaakt dat ook in administratieve procedures proceskostenveroordeling mogelijk is. Het gevolg hiervan is dat de minister van Justitie heel wat welwillender tegenover een proceskostenregeling is komen te staan. De voorgestelde proceskostenregeling in de Algemene wet bestuursrecht geeft blijk van de budgettaire motieven die hieraan ten grondslag liggen. Voor de burger geen onverdeeld genoegen dus!

Verdieping | Studentartikel
maart 1993
AA19930157

Procesrechtelijke osmose: het bestuursproces en de cassatiefunctie

R.J.N. Schlössels

Post thumbnail Raymond Schlössels gaat in op de wenselijkheid van integratie van de bestuursrechtspraak in de reguliere rechterlijke organisatie

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2011
AA20110704

Professionele standaarden voor de advocatuur

Naar versterking van de kwaliteit van de advocatuurlijke dienstverlening

L.E. Verwey

Post thumbnail In het advocatentuchtrecht ontbreken concrete standaarden voor de vakinhoudelijke kwaliteit van de dienstverlening, terwijl de tuchtrechter die wel toetst bij de beoordeling van tuchtklachten. Deze toetsing is bovendien integraal. De beroepsgroep heeft tot nu toe echter nagelaten om hiertoe standaarden te ontwikkelen. De balans in het advocatentuchtrecht is daardoor verstoord. Het wordt tijd dat de advocatuur de regie naar zich toe trekt door zelf standaarden te formuleren voor de kwaliteit van dienstverlening.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2024
AA20240749

Proloog: inleidende opmerkingen en schets van structurele aspecten

C.Æ. Uniken Venema

Het Anglo-Amerikaanse recht heeft een andere historische achtergrond dan het Nederlandse recht. Het verschil in historische achtergrond ligt ten grondslag aan diverse zeer grote structurele en begripsmatige verschillen. Zeer belangrijk is de nevenschikking van enerzijds de common law en anderzijds het equityrecht. De Anglo-Amerikaanse trustfiguur is een product van de wisselwerking tussen de common law en het equity-recht. Dit artikel behelst een inleidende beschrijving van een aantal belangrijke kenmerken van het Anglo-Amerikaanse recht.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht | Verdieping | Studentartikel
mei 1998
AA19980359

Prompteursrecht

Prompteur of AI: wie is de baas in de artificiële arena?

M.A. Smit

Je tikt een paar woorden. Klikt op enter. Et voilà: het AI-model onthult een meesterlijk schilderij. Nog nooit was het zo eenvoudig om ‘kunst’ te produceren als in het kunstmatige tijdperk. Maar wat is eigenlijk de juridische status van deze artificiële afbeeldingen: mag je door een ander gegenereerde plaatjes zomaar kopiëren en bewerken of rust hier auteursrecht op? Lees het in deze auteursrechtelijke analyse van text-to-image-AI-modellen en de vermeende menselijke invloed op hun output.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2025
AA20250035

Protection of a suspect’s privacy in criminal procedures

Does the conceptual approach of the German Federal Constitutional Court make a difference?

M. Lindemann, D.A.G. van Toor

With the discussion on the new Dutch Code of Criminal Procedure and the introduction of new (technological) investigative methods (such as hacking), the question arises whether the protection of the suspect’s privacy in Dutch criminal procedure – which is somewhere between minimalistic and non-existent at the moment – needs to be revised. To this end, a comparison with German Constitutional Law and Criminal Procedural Law will be made. The focus will be on the German concept of ‘Kernbereich privater Lebensgestaltung’, which can be translated as the protection of the core aspect of a private life.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2018
AA20180376