Raad en daad

Resultaat 13–21 van de 21 resultaten wordt getoond

Over rechtsvorming door de Hoge Raad

Inleidende opmerkingen bij de Rode Draad Raad & Daad

W.D.H. Asser

Onderstaand artikel behandeld de rechtsvormende taak van de rechter, tegenwoordig is het namelijk heel gewoon dat de rechter, met name de Hoge Raad, de leemtes opvult die de wetgever op heeft gelaten.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
april 2005
AA20050223

Recht & moraal: de Hoge Raad tijdens de seksuele revolutie

C.W. Maris

Rechtsvorming is onlosmakelijk verbonden met de verhouding tussen recht en moraal. Welke rol speelt de moraal in de raadkamer van de Hoge Raad? En hoe gaat hij om met de afweging tussen morele opvattingen, die in de samenleving dikwijls aan verandering onderhevig zijn? In deze bijdrage worden deze vragen in de sleutel gezet van de turbulente ontwikkelingen ten aanzien van de zedenwetgeving in de twintigste eeuw. Bij uitstek het gebied waar het morele aspect nadrukkelijk aanwezig is. In de afgelopen eeuw maakte de Nederlandse zedenwetgever een cyclische beweging rond pornografie. In 1886 stelde hij zich liberaal op, in 1911 formuleerde hij een veel strenger pornografieverbod op grond van de christelijke moraal, om in 1984 terug te keren naar het liberale beginpunt. Onder invloed van de veranderende tijdgeest speelde de Hoge Raad in deze kringloop herhaaldelijk een rechtsvormende rol. In het begin van de twintigste eeuw boog hij het recht alvast in moralistische richting, na de seksuele revolutie van de jaren zestig zette hij juist weer koers naar de liberale vrijheid, in beide gevallen tegen de bedoeling van de wetgever in. Wat betekent deze morele cyclus voor de eenentwintigste eeuw?

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050807

Rechtseenheid in veelvoud

Over de toenemende complexiteit van een schijnbaar eenvoudig begrip

Rechtseenheid lijkt een eenvoudig begrip: uniforme uitkomsten voor dezelfde gevallen. De tendens naar billijke oplossingen voor het concrete geval roept onherroepelijk het verwijt op dat daarmee de rechtseenheid in gevaar komt. Maar is dat wel terecht? Aan de hand van enkele recente arresten uit het burgerlijk recht en het strafrecht laat de auteur zien dat de notie van rechtseenheid complexer is dan op het eerste gezicht lijkt. Soms is het juist de aanpassing van het recht aan gewijzigde omstandigheden die bijdraagt aan de realisering van dieper liggende beginselen of doeleinden. Ook de discussie over de uniforme rechtstoepassing bij discretionaire bevoegdheden als de straftoemeting laat zien dat eenheid van recht niet los van de feitelijke context kan worden gezien. Eenheid in veelvoud is daarom niet alleen het maximaal haalbare, maar ook het meest wenselijke resultaat in het recht.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
september 2005
AA20050676

Rechtsvinding door het Hof van Justitie

T. Corthaut, K. Lennaerts

In deze bijdrage gaan we verder en wordt de rechtsvinding door het Hof van Justitie onder de loep genomen. Daarbij zullen zijdelings thema’s aan bod komen die eerdere bijdragen in deze reeks al voor het Nederlandse recht onder de aandacht hebben gebracht. Onze focus is echter vooral op drie, weliswaar verwante, aspecten die de rechtsvinding door het Hof van Justitie net iets anders maken. Ten eerste hebben we aandacht voor de unieke positie van het Hof dat als hoogste Europese rechtscollege niettemin in permanente dialoog staat met het Gerecht van eerste aanleg en, vooral, met de rechtscolleges van hoog tot laag van de vijfentwintig lidstaten. De bijzondere taakverdeling tussen het Hof en de nationale rechtscolleges en de invloed die zij heeft op de rechtsvorming staan daarbij centraal. Ten tweede hebben we aandacht voor de rechtsvergelijking, als een belangrijk instrument om tot rechtsvinding te komen die voor alle lidstaten aanvaardbaar is. Ten slotte worden beide sporen samen gebracht met een korte bespreking van het concept federal common law.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060581

Rechtsvorming: een blik over de grenzen

E.H. Hondius

In dit artikel wordt de rechtsvorming in landen met een civil law-systeem vergeleken met landen met een common law-systeem. Daarbij wordt ingegaan op de plaats en wijze van rechtsvorming door het hoogste rechtsprekende orgaan. Ook wordt de betekenis in de onderscheiden rechtsstelsels van precedenten behandeld.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2006
AA20060327

Samenwerking bij rechtsvorming. De instelling van een Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR)

I. Giesen, H.N. Schelhaas

Rechtsvorming in Nederland is grotendeels afhankelijk van toeval. Wil de wetgever optreden of niet? Is een procespartij voldoende strijdvaardig om de Hoge Raad in te roepen of niet? Bovendien is de onderlinge verhouding tussen de belangrijkste rechtsvormers (wetgever en Hoge Raad) op zijn minst ondoorzichtig: wie heeft voorrang, wie krijgt voorrang en waarom? In deze bijdrage wordt het spanningsveld tussen de rechtsvormers belicht. Het blijkt dat wetgever en Hoge Raad elkaar steeds dichter naderen. Daarom wordt in deze bijdrage voorgesteld een overlegorgaan tussen beide rechtsvormers op te richten. Dit Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR) moet problemen in de rechtsvorming het hoofd bieden. De taken, bevoegdheden, procedures, et cetera van dat instituut worden in de onderstaande bijdrage geschetst.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2006
AA20060159

Verrotte aardappelen in Rio de Janeiro: rechtskeuze en voorrangsregels in het internationaal privaatrecht.

Alnati

M.V. Polak

Volgens Nederlands IPR is in beginsel en voorzover de wet zich daartegen niet verzet toelaatbaar dat partijen bij een overeenkomst die een internationaal karakter draagt, de algehele toepasselijkheid kiezen van een ander rechtsstelsel dan naar Nederlands IPR zonder deze rechtskeuze van toepassing zou zijn geweest, met als gevolg dat de overeenkomst uitsluitend door het gekozen rechtsstelsel wordt beheerst, met uitsluiting van het aanvullende en het dwingende recht van alle niet-gekozen rechtsstelsels. Bij internationale overeenkomsten kan het voorkomen dat voor een vreemde staat bij de inachtneming van bepaalde van die staat afkomstige voorschriften ook buiten zijn territoir zo grote belangen zijn betrokken dat ook de Nederlandse rechter daarmee rekening behoort te houden en daarom aan de toepassing van die voorschriften voorrang moet geven boven het door partijen bij de overeenkomst gekozen van een andere staat afkomstige recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Raad en daad
mei 2006
AA20060373

Wat als de civiele kamer van de Hoge Raad er niet meer zou zijn?

J.M. Barendrecht

De civiele cassatierechtspraak is nog op dezelfde manier georganiseerd als 30 jaar geleden. Hoeft de Hoge Raad niet te veranderen, omdat hij het goed genoeg doet, in vergelijking tot soortgelijke organisaties? Of kan hij zich onvoldoende aanpassen aan de behoeften van deze tijd? Dat laatste lijkt waarschijnlijker. De prijs die we betalen voor onafhankelijkheid van de Hoge Raad is dat hij in zichzelf is gekeerd. Zijn maatschappelijke functies worden geleidelijk overgenomen door andere organisaties, zoals dat ook gebeurt met andere instituties uit de tijd van Thorbecke. Wat zou er gebeuren als we de Hoge Raad zouden afschaffen?

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2005
AA20050335

Zeven, sluizen en incasseren: wat cassatieadvocaten bijdragen aan rechtsvorming door de Hoge Raad

M.V. Polak

Cassatieadvocaten zijn uit op winst in de voorliggende zaak. Rechtsvorming door de Hoge Raad is daaraan ondergeschikt. Toch leveren cassatieadvocaten een bijdrage aan deze rechtsvorming. Door het adequaat selecteren en presenteren van zaken kunnen zij de Hoge Raad soms principiële uitspraken ontlokken.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2005
AA20050423

Resultaat 13–21 van de 21 resultaten wordt getoond