Strafrecht en criminologie

Voorstellen voor een nieuw sanctierecht voor jeugdigen

M.P.J.G. Göbbels

De voorkeur van de Witte Stukken-redactie gaat uit naar het maandelijks analyseren van actuele ministeriële beleidsnota’s, die behoren tot de zogenaamde Witte Stukken. (Witte Stukken zijn de bijlagen bij de Handelingen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.) Maar helaas werken de ministers niet altijd mee. De redactie ziet niet graag dat deze rubriek haar naam al te letterlijk eer aan doet. Wanneer er geen ministeriële nota’s voorhanden zijn, wordt dan ook een ander stuk besproken dat relevant is voor beleid of wetgeving in de nabije toekomst. Het zijn immers niet alleen de ten departemente opgestelde geschriften die een bijdrage leveren aan discussies in (en buiten) het parlement. Het recente rapport van de Commissie herziening strafrecht voor jeugdigen is daarom een stuk dat hier met recht besproken kan worden.

Witte stukken
februari 1983
AA19830245

Voortschrijdend inzicht na ommekomst van 34 jaar omtrent een proefschrift over slachtoffers van delicten

M.S. Groenhuijsen

In deze bijdrage wordt een terugblik gegeven op het proefschrift dat de auteur 34 jaar geleden heeft verdedigd over schadevergoeding voor slachtoffers van delicten binnen het strafrecht. Hoewel het destijds een goede dissertatie was die veel invloed heeft gehad op de wetgeving en rechtspraktijk op dit terrein, is de auteur in de navolgende decennia op belangrijke punten van mening veranderd. Zo is de strikt juridische benadering van destijds tegenwoordig ingeruild voor een meer multidisciplinaire behandeling van het onderwerp die wordt gevoed door de tak van wetenschap die we als ‘victimologie’ aanduiden. Voorts wordt schadevergoeding tegenwoordig veel meer dan destijds geplaatst in het bredere kader van een correcte bejegening en van participatie in het strafgeding door de getroffene van een misdrijf.

Literatuur | Voortschrijdend inzicht
november 2019
AA20190908

Vorming of uitholling van recht?

De normering van de strafrechtelijke bewijsbeslissing door de Hoge Raad

M.J. Dubelaar

Post thumbnail De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
juni 2015
AA20150528

Vormverzuim in de wetgeving

P. Groenhuis

In deze reactie gaat de auteur in op een eerder artikel in Ars Aequi waarin de nieuwe wetgeving wordt besproken met betrekking tot schending van vormvoorschriften in het strafproces. De auteur gaat in op de wenselijkheid en de werking van de nieuwe regels rondom vormvoorschriften.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1996
AA19960752

Vrije wil bestaat niet – einde strafrecht en aansprakelijkheidsrecht nabij?

E.H. Hondius

Opinie | Column
april 2011
AA20110283

Vrijheid van meningsuiting vs. discriminatieverboden

J.W. Nieuwboer

Al een poosje staat de botsing tussen de vrijheid van meningsuiting (art. 7 van de Grondwet, ingevoerd in 1983) en de discriminatieverboden, verwoord in niet alleen artikel 1 van de Grondwet, maar ook in het strafrecht, in de belangstelling. Aan de orde zal komen dat Janmaat in het verleden gestraft is voor uitspraken waarmee hij geacht werd te discrimineren, terwijl Fortuyn en Balkenende in een recent verleden zich zonder sanctie afzetten tegen allochtonen. Hierop en op de strafrechtelijke verboden wordt in dit artikel ingegaan, waarbij deze bijdrage zich beperkt tot discriminatie op grond van ras.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2002
AA20020868

Vrouwen in criminalibus

C. Kelk

Column over vrouwen in de criminaliteit.

Opinie | Column
juni 2010
AA20100413

Waar het ècht om gaat bij de de auditu discussie

W.A. Wagenaar

Prof. W.A. Wagenaar geeft een reactie op de reactie die de heer Rozemond gaf op het intervieuw dat met eerstegenoemde werd gehouden in het kader van het de auditu-bewijs.

Opinie | Reactie/nawoord | Rode draad | Bewijs en bewijsrecht
april 1999
AA19990254

Waarom de werkwijze van het Pieter Baan Centrum aan herziening toe is

M. Jelicic, H.L.G.J. Merckelbach

Het Pieter Baan Centrum onderzoekt plegers, althans verdachten van een delict op hun geestesgesteldheid. Hier wordt de werkwijze van dit centrum uit de doeken gedaan en aangegeven waarom dit niet meer up to date is en wat er zou moeten veranderen.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2006
AA20060265

Waarom straffen wij eigenlijk?

J.A.A.C. Claessen

Post thumbnail Naar aanleiding van de puppytraining die hij met zijn pup Noortje volgt, reflecteert de auteur aan de hand van de vergeldings- en preventietheorieën op de vraag waarom wij straffen. Wij zouden volgens de auteur nog heel wat kunnen leren van de regels over hoe te reageren op ongewenst puppygedrag.

Opinie | Amuse
januari 2022
AA20220006

Wapens onder vuur of een bonnencultuur?

M.C.A. van den Nieuwenhuijzen, H. van der Zwan

De rechtbank Breda heeft beslist dat een veroordeelde de kosten van zijn pistool af kon trekken van het bedrag dat hij buit had gemaakt. Hoe kon de rechtbank tot dit oordeel, wat door het Nederlandse volk bijna niet te accepteren is, komen?

Opinie | Redactioneel
april 2005
AA20050195

Wapenwedloop in cyberspace. Gegevensmunitie ten koste van privacy?

J.E.J. Prins

Eind november 2001 werd het Cybercrime Verdrag van de Raad van Europa ondertekend. Dit verdrag is van belang voor opsporingsbevoegdheden in een elektronische omgeving. Deze bevoegdheden staan momenteel ook hoog op de agenda van de Europese en de nationale wetgever. Zeker na de gebeurtenissen van 11 september 2001 lijkt het erop dat aan on-line opsporingsbevoegdheden ruim baan wordt gegeven ten koste van privacy. Daarbij gaan ontwikkelingen in de private sector veelal hand in hand met bevoegdheden in de publieke sector.

Rode draad | Big brother in cyberspace
mei 2002
AA20020315