Staats- en bestuursrecht

Redelijke grondwetinterpretatie?

P.W.C. Akkermans

Afdeling rechtspraak van de Raad van State (ARRvS) 16 februari 1989, ECLI:NL:RVS:1989:AH2643, nr. R03.89.0185/S29, AB 1990, nr. 9 met nt. P.J. Boon (Evangeliegemeente De Deur) Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State waarin de beperking van de belijdenisvrijheid (godsdienstvrijheid) door gemeentelijke regels centraal staat. In de noot wordt in gegaan op de invloed van art. 6 Grondwet en de specifieke regels om inbreuk te maken op de vrijheid van godsdienst.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1990
AA19900398

Redelijke termijn in strafzaken

A.H.J. Swart

Europese Hof voor de rechten van de mens (EHRM/ECHR) 25 november 1992, Application no. 12728/87, ECLI:CE:ECHR:1992:1125JUD001272887, NJ 1993, 24 m. nt. EAA (Abdoella v. The Netherlands) In deze uitspraak van het EHRM is de redelijke termijn als uitvloeisel van de fair trial-regel aan de orde. Het EHRM oordeelt dat de in het arrest geschetste periode niet buitenproportioneel is. Wel oordeelt het EHRM dat de toezending van de stukken bij de ingestelde cassaties te lang is. In de noot wordt dieper ingegaan op de redelijke termijn in strafzaken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1993
AA19930309

Redelijke wetsuitleg en strafrechtelijke aansprakelijkheid

M.J. Borgers

Hoge Raad 16 juni 2007, nr. 00825/06 E, ECLI:NL:HR:2007:BA0426, LJN: BA0426, NJ 2007, 347 De hier besproken uitspraak van de Hoge Raad heeft betrekking op een vervolging wegens overtreding van artikel 12 lid 1 Natuurbeschermingswet(oud). Deze bepaling luidt als volgt: ‘Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorwaarden handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen, die schadelijk zijn voor het natuurschoon of voor de natuurwetenschappelijke betekenis van een beschermd natuurmonument of die een beschermd natuurmonument ontsieren.’ Het gaat daarbij om een vraagstuk van uitlegging van een delictsomschrijving.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2008
AA20080229

Referendum: geloofsartikel of hebbeding, drama of nuttige correctie?

W.J.M. Voermans

Over het wel of niet van een referendum valt hartstochtelijk te debatteren. Maar wat je verder ook van referenda vindt, het ziet er wel naar uit dat nationale referenda in de wereld in opmars zijn. Maar liefst 99 landen (van de ca. 123 democratieën met periodiek gekozen volksvertegenwoordigingen wereldwijd) hebben tussen 1845 en 1993 wel een of meerdere keren een landelijk referendum gehouden. Wim Voermans schrijft in deze bijdrage over de verschillende soorten referenda, de voor- en nadelen ervan, en over referenda over de hele wereld.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
juni 2011
AA20110468

Reflecties op de Chambre de Réflexion

E.F. Verheul, S.A.M. Vermeulen

Bij Kamerleden lijken juridische vraagstukken de afgelopen jaren in sommige gevallen niet de hoogste prioriteit te hebben. De waan van de dag en scoringsdrang lijken bij Tweede Kamerleden belangrijker te zijn dan een juridisch-inhoudelijke discussie. De Eerste Kamer biedt gelukkig tegenwicht door doorgaans meer aandacht te besteden aan de juridisch-technische kwaliteit en doelmatigheid van wetten. Maar de afgelopen tijd lijkt de Eerste Kamer ook steeds meer verwikkeld te raken in het politieke spel van de Tweede Kamer. Wat moeten we daar van denken? 

Opinie | Redactioneel
september 2013
AA20130621

Reflexwerking van vergunningen

W.G. Huijgen

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het verkregen zijn van een al dan niet geldige vergunning, de vraag naar de civielrechtelijke aansprakelijkheid van het handelen van de vergunninghouder dat op grond van die vergunning plaatsvindt, beïnvloedt (zogenaamde reflexwerking van vergunningen).

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970330

Regels voor beveiligingsdiensten

P.W.C. Akkermans

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 13 december 1990, ECLI:NL:RVS:1990:AN1810, nr. RO3.88.1366, AS 1991, nr. 253 met nt. JHvdV In deze uitspraak van de Afdeling Rechtspraak Raad van State wordt aan de hand van een casus die ziet op de Wet op de Weerkorpsen ingegaan op de problematiek die speelt rondom delegatie van bevoegdheden in combinatie met medebewind. Daarnaast wordt er nog ingegaan op de wijziging van de Wet op de Weerkorpsen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911005

Regulering van private military and security companies

J.E.D. Voetelink

Post thumbnail In de afgelopen 20 jaar zijn private partijen tijdens internationale militaire operaties steeds vaker diensten gaan verrichten die vroeger door militairen zouden zijn uitgevoerd. Inmiddels is de vraag niet langer of inzet van dit soort bedrijven wel juridisch te verantwoorden is, maar wat de juridische grenzen aan die inzet zijn.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2020
AA20200776

Relaties tussen Turks en Zwitsers recht: ervaringen met de toepassing van geadopteerd recht in een andere rechtscultuur

E. Özsunay

De ontstaansgeschiedenis van het Turkse recht kent een lange weg, was men eerst van plan een geheel eigen rechtstelsel op te zetten, toen dit niet lukte heeft men besloten buitenlandse codificaties over te nemen.

Overig | Rode draad | Over de grens
mei 2007
AA20070430

Religie, wetgeving en geloven in een democratische rechtsstaat

Representativiteit van procederende belangenorganisaties in algemeenbelangacties

R.A.J. van Gestel, D. Pistora

Post thumbnail Recent aangenomen moties in de Tweede Kamer illustreren de wens om strengere eisen te stellen aan belangenorganisaties die algemeenbelangacties ex artikel 3:305a BW willen starten. In deze bijdrage onderzoeken wij de aannames waarop de aanscherping van die representativiteitseis zijn gebaseerd en in hoeverre de risico’s die zich voordoen bij massaschadezaken ook hierbij spelen. Vervolgens kijken we in hoeverre soortgelijke risico’s zich voordoen in landen als India en Zuid-Afrika, waar geen representativiteitseis geldt. Onze conclusie luidt dat de aannames die aanleiding vormen voor strengere representativiteitseisen goeddeels ongegrond zijn, omdat de risico’s die daarmee voorkomen zouden moeten worden zich hierbij niet of nauwelijks voordoen. Integendeel, het aanscherpen van de toegang tot de rechter doet waarschijnlijk meer kwaad dan goed.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240660

Rijden of gereden worden

Beantwoording rechtsvraag (305) Bestuursrecht

R.L. Vucsán

In dit artikel wordt een rechtsvraag in het kader van het bestuursrecht beantwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
april 2003
AA20030334