Staats- en bestuursrecht

Rechtsvergelijking in het bestuursrecht

E.M.H. Hirsch Ballin, N. Verheij

De bestuursrechtelijke rechtsvergelijking is, in vergelijking met de privaatrechtelijke rechtsvergelijking, nog nauwelijks geïnstitutionaliseerd. Niettemin speelt rechtsvergelijking in het Nederlandse bestuursrecht van oudsher een belangrijke rol. Juist ook op fundamentele punten is veel ontleend aan vooral het Franse en Duitse bestuursrecht. Dat houdt verband met de gebrekkige ontwikkeling van het Nederlandse bestuursrecht tot aan de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels is die achterstand op onze buurlanden goeddeels ingelopen. De hernieuwde belangstelling voor rechtsvergelijking in het bestuursrecht sedert ongeveer vijftien jaar richt zich dan ook meer op verfijningen dan op fundamenten. Te verwachten is dat onder invloed van de toenemende Europese samenwerking en integratie rechtsvergelijking steeds belangrijker zal worden. Nederland, dat nu beschikt over een moderne codificatie, zal daarbij niet langer alleen als importeur, maar ook als exporteur van bestuursrecht kunnen optreden.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940371

Rechtsvorming door de bestuursrechter en hoe het bovenindividuele perspectief in de rechterlijke procedure te verankeren

J.C.A. de Poorter

Post thumbnail In 2019 bestaat de Awb 25 jaar. Als voorafje voor dit feest presenteert Jurgen de Poorter vast een amuse over bestuursrechterlijke rechtsvorming.

Opinie | Amuse
november 2018
AA20180870

Rechtsvorming door de Hoge Raad (Digitaal boek)

R. de Graaff, T.A. Keijzer, C.C. de Kluiver, M. Samadi

Post thumbnail Een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar. De bijdragen belichten de rechtsvormende taak in meer algemene zin, maar besteden ook aandacht aan specifieke ontwikkelingen op belangrijke rechtsgebieden die onder de hoede van de Hoge Raad vallen.

9789069167473 - 24-05-2016

Rechtsvorming door de rechter is onvermijdelijk

A. Hammerstein

Naar aanleiding van het afscheidscollege van prof. mr. C.A.J.M Kortmann waarin de ver aangemeten rol van de rechter bij rechtsvorming aan de orde werd gesteld, gaat Hammerstein in op het fenomeen 'rechtsvorming'. Daarbij bespreekt hij de doctrine, het rapport 'Versterking van de cassatierechtspraak' waarin de rechtsvormende taak ook naar voren komt. Vervolgens wordt de juridische grondslag van rechtsvorming / -vinding besproken. Daarna worden de grenzen van de rechtsvormende taak van de rechter besproken.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090672

Rechtsvraag (119) vreemdelingenrecht

A.H.J. Swart

Verlening van een vergunning tot verblijf. Vrijheidsbeneming ex art. 26 Vreemdelingenwet.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1980
AA19800364

Rechtsvraag (125) staatsrecht

A.M. Donner

Moeilijkheden bij de samenstelling van Gedeputeerde Staten

Perspectief | Rechtsvraag
maart 1981
AA19830145

Rechtsvraag (137) milieurecht

Th.G. Drupsteen

Handelen in strijd met een hinderwetvergunning

Perspectief | Rechtsvraag
april 1982
AA19820205

Rechtsvraag (177) Onteigening-planschade

J.E.F.M. den Drijver-van Rijckevorsel

Rechtsvraag op het gebied van het onteigenings- en planschaderecht. Hierbij komt ook de rechtsbescherming aan de orde.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 1988
AA19880202

Rechtsvraag (193) milieurecht

geluidemissie burgerluchtvaartuigen

F.A. van Bakelen

Rechtsvraag op het gebied van het milieurecht waarbij onder andere bestuursrechtelijke vragen aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1990
AA19900038

Rechtsvraag (196) Europees milieurecht

Rode draad

J.H. Jans

Rechtsvraag behorende bij de rode draad 'milieurecht' waarbij ingegaan wordt op de Europese aspecten van het milieurecht. De vraag wordt gesteld in hoeverre de Nederlandse overheid nog kan ingrijpen bij afvalstoffenverwerking en -vervoer.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Milieurecht
juni 1990
AA19900404

Rechtsvraag (196) Europees milieurecht

J.H. Jans

Beantwoording van de rechtsvraag op het gebied van het Europees milieurecht. Het gaat om de vraag wanneer de export van gevaarlijke afvalstoffen uit Nederland kan worden tegengehouden. Het Nederlands beleid ter zake berust op de gedachte dat elke staat verantwoordelijk is voor zijn eigen afval en dat op grond daarvan de export niet wordt toegestaan wanneer in Nederland zelf nog verwijderings- of verwerkingsmogelijkheden voorhanden zijn. Het gaat hier om het zogeheten beginsel van voorkeur voor binnenlandse afvalverwerking. De VzAG achtte dit beleid op gespannen voet staan met het terzake geldende Europese recht.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Milieurecht
november 1990
AA19900878

Rechtsvraag (201) multicausaliteit en meerdaderschap bij milieuvervuiling

J.M. van Dunné

Rechtsvraag betreffende multicausaliteit en meerdaderschap bij milieuvervuiling. Er wordt gevraagd te bekijken of het in de gegeven casus mogelijk zou zijn dat behalve schadevergoeding ook stopzetting van de dioxaanlozingen te vorderen? Alternatieve causaliteit, multicausaliteit, groepshandeling, meerdaderschap en bewijslast moeten betrokken worden in het antwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
december 1990
AA19900992