Staats- en bestuursrecht

MER toch hoe sterk …

N. Wams

Milieu-effectenrapportage (MER) is bedoeld om milieu aspecten, naast economische en technische aspecten, een rol te laten spelen bij de besluitvorming. Deze gedachte is afkomstig uit de Verenigde Staten van Amerika en door enkele landen in West-Europa - waaronder Nederland - overgenomen. Om concurrentievervalsing tussen de Lidstaten van de Europese Gemeenschap te voorkomen, is een ontwerp EEG-richtlijn opgesteld. Vervolgens wordt de plaats van hel milieubeleid en MER in hel bijzonder, aangekaart tegen de achtergrond van de weinig rooskleurig economische situatie.

Witte stukken
april 1981
AA19810174

Migranten, vluchtelingen en menselijke waardigheid

M. Düwell

Post thumbnail

Dit stuk bespreekt de ‘vluchtelingencrisis’ in het licht van het concept ‘menselijke waardigheid’ – het basisprincipe van het mensenrechtenregime. Mensen ‘verkrijgen’ waardigheid niet pas als ze op Europese grond zijn. Maar als dat zo is, hebben wij ook verdergaande verplichtingen jegens mensen buiten Europa die ons politieke handelen zouden moeten leiden.
 

Blauwe pagina's | Rechtvaardigheid
juni 2018
AA20180444

Mijn rechtsheld: James Hathaway

M.Y.A. Zieck

Post thumbnail

In 2022 staan op de Blauwe Pagina’s ‘Rechtsheld(inn)en’. In de eerste aflevering schrijft Marjoleine Zieck over haar rechtsheld professor James C. Hathaway, autoriteit op het gebied van internationaal vluchtelingenrecht.

Blauwe pagina's | Rechtsheld(inn)en
januari 2022
AA20220004

Milieubescherming door aanpsrakelijkheidsrecht of regulering?

M.G. Faure

De economische analyse van het recht heeft veel aandacht besteed aan de vraag of efficiëntie kan worden bereikt door een marktoplossing of door regulerend ingrijpen door de overheid. Meer in het bijzonder werd onderzocht of schade verwekkende activiteiten kunnen worden vermeden door via aansprakelijkheidsregels de potentiële dader een prikkel te geven efficiënte zorg aan te wenden dan wel door via veiligheidsregulering een bepaalde standaard van zorg wettelijk voor te schrijven. In deze bijdrage zullen de economische grondslagen voor veiligheidsregulering worden beschreven. Daarbij zal de problematiek van de milieuverontreiniging als voorbeeld worden gebruikt om de respectievelijke voor- en nadelen van regulering versus aansprakelijkheidsregels te illustreren. Onderzocht zal worden of milieuverontreiniging louter door civielrechtelijke handhavingsmechanismen kan worden bestreden of dat rechtstreeks wetgevend optreden, bijvoorbeeld door het vastleggen van emissienormen, noodzakelijk is om bepaalde milieukwaliteitsdoelstellingen te verwezenlijken. Ook de in dit themanummer opgenomen bijdrage van Nentjens wordt de milieuproblematiek aangesneden. Daarin staat evenwel een andere vraag centraal, namelijk of milieubescherming door een vergunningsstelsel, dan wel door een systeem van heffingen dient te worden gerealiseerd.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900759

Milieubescherming en oorlogsdreiging: de kool en de geit sparen?

D. Pistora, C.P.J. Smeulders

De opvatting dat milieu- en defensiebelangen fundamenteel tegengesteld zijn, is niet alleen steeds vaker te horen in het maatschappelijk debat, maar ligt ook ten grondslag aan de veelbesproken Wet op de defensiegereedheid. Dit conceptwetsvoorstel maakt het mogelijk milieuregels aan de kant te schuiven ten behoeve van defensieactiviteiten, zoals schietoefeningen. Zowel bij dit wetsvoorstel als de opvatting die daaraan ten grondslag ligt, kunnen kritische kanttekeningen worden geplaatst.

Opinie | Redactioneel
oktober 2025
AA20250667

Milosevic en command responsibility

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van een agressor

E. van Sliedregt

In dit opiniërende artikel wordt ingegaan op de strafbaarheid van Slobodan Milosovic. De volgende onderwerpen komen daarbij aan de orde: aansprakelijkheid van het individu in het internationale strafrecht, aansprakelijkheid van leidinggevenden en command responsibility.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2001
AA20010635

Minder registers, meer gegevens

Over gegevensverwerking betreffende zware criminaliteit

H.H. Kielman, W.I. Koelewijn

In dit artikel wordt de na aanleiding van de terroristische dreiging opgestelde wetsvoorstellen inzake Wet politiegegevens vergeleken met de huidige wetgeving hieromtrent.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2005
AA20050451

Minderhedenbeleid in een onwillig immigratieland

C.A. Groenendijk

oktober 1981
AA19810531

Minderjarige jihadreizigers nut en noodzaak van plaatsing in gesloten jeugdzorg

M.P. de Jong-de Kruijf

Een aantal minderjarigen in Nederland heeft plannen om uit te reizen naar Syrië of omliggende landen om deel te nemen aan de gewapende jihad. Eén van de manieren om dit tegen te gaan is het plaatsen van deze minderjarigen in gesloten jeugdzorg. Hoe gaat dat precies en heeft deze maatregel zin?

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2014
AA20140727

Minister van Justitie Donner rechter in eigen zaak?

L.J.A. Damen

Rechtbank 's-Gravenhage 23 december 2005, nr. KG 05/1570, ECLI:NL:RBSGR:2005:AU8652, LJN AU8652 (mr. Paris) Hier staat de vraag centraal of de centrale overheid bevoegd is om een schorsingsbesluit uit te vaardigen met als doel een rechtsgang bij de bestuursrechter te voorkomen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2006
AA20060300

Minister van Staat

Met status én met mist omgeven

E.J. Govaers

Op 17 april 2024 verdedigde Evert-Jan Govaers als buitenpromovendus aan de Universiteit Leiden zijn proefschrift Ministers van Staat. Onbekend en bemind; van podium naar de coulissen? De aanleiding voor zijn onderzoek was de benoeming in 2018 van enkele Ministers van Staat en de in verband hiermee gerezen nieuwsgierigheid naar dit bijzondere ministerschap. In deze bijdrage licht hij enkele van de onderwerpen uit zijn onderzoek specifiek uit. In het dagelijks leven is Govaers werkzaam als senior rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2025
AA20250161

Minister-president van Hollands maaiveld tot Brusselse apenrots

J.C.F.J. van Merriënboer

Post thumbnail Deze bijdrage handelt over de staatsrechtelijke positie van de minister-president vanuit politiek-historisch perspectief. De nadruk ligt op de groei die het premierschap de afgelopen 75 jaar doormaakte: van weinig op de voorgrond tredende voorzitters van de ministerraad, zoals Willem Drees (1948-1958), tot prominente bekleders van het hoogste politieke ambt zoals Ruud Lubbers (1982-1994) en Mark Rutte (vanaf 2010).

Blauwe pagina's | Recht en politiek
september 2020
AA20200742