Sociaal-economisch recht

Het vrij verkeer van werklozen in EEG-verband

P.C.G. Overeem

Teneinde te komen tot een volledig vrij verkeer van personen zijn er door de Europese Gemeenschap diverse regelingen opgesteld, waardoor EEG-onderdanen een bevoorrechte positie innemen t.o.v. ‘gewone’ buitenlanders. In hoeverre voorzien deze regelingen echter in rechten voor werklozen en anderen zonder arbeidsinkomen? Een nieuw ontwerp-richtlijn tracht de verblijfsrechten van deze uit te breiden. Een tweede vraag is of deze verblijfsrechten behouden blijven als men in een andere lidstaat werkloos wordt? Vervolgens is het van belang of werklozen hun eventuele sociale zekerheidsuitkering, m.n. een werkloosheidsuitkering, mee kunnen nemen wanneer zij zich naar een andere lidstaat begeven. Tenslotte dient zich de vraag aan of EEG-onderdanen in een andere lidstaat recht kunnen doen gelden op een werkloosheids- of bijstandsuitkering.

juni 1982
AA19820267

Het zeerecht is het oudste recht

Interview met prof.mr. H. Schadee

H.J. van Kooten, I. Reuder

De Schadee's zijn sinds 1724 werkzaam geweest als advocaten, notarissen en dispacheurs in Rotterdam. Na een jaar klassieke talen en rechten te hebben gestudeerd in Genève, heeft Henri Schadee (1910) zijn rechtenstudie in Leiden afgerond om vervolgens praktijkervaring op te doen in Engeland en Duitsland. In 1936 wordt Schadee beëdigd als advocaat en procureur te Rotterdam. Ruim 10 jaar later wordt hij lid van de Subcommissie Handelsrecht van de Staatscommissie inzake de herziening van de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving. Hij zal zijn wetgevende activiteiten ook op internationaal niveau ontplooien. Zo was hij betrokken bij de totstandkoming van onder andere de York-Antwerp Rules (1950) en bij de werkzaamheden van het Comité Maritime International (CMI). Schadee's bekendste wetgevingsprodukt echter is het achtste boek van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, 'Verkeersmiddelen en vervoer'. Geadviseerd door uit praktijkmensen samengestelde commissies die hij de 'Zwoegers' of de 'Mandarijnen' noemde, kon hij in 1972 het eerste stuk van Boek 8 (over zee- en binnenvaartrecht) aan de minister aanbieden. Het tweede stuk (over wegvervoer) volgde in 1976. Hij heeft het ontwerp zelf als regeringscommissaris in het parlement verdedigd. In 1963 werd Schadee benoemd tot buitengewoon hoogleraar vergelijkend zeerecht in Leiden. Bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd nam hij afscheid. Van 1967 tot 1975 heeft hij tevens een leeropdracht vervoersrecht vervuld aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, de huidige Erasmus Universiteit. In aanwezigheid van Schadee's opvolger in Leiden, prof.mr. R.E. Japikse, spraken wij met hem over het zeerecht, het belang van vervoersrechtelijke verdragen, het Romeinse recht en natuurlijk over zijn geesteskind, Boek 8 BW.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930339

Hoe gemeen is de aansprakelijkheid van de wegvervoerder volgens Boek 8 BW?

M.A. van de Laarschot

In deze bijdrage worden aan de hand van het arrest van de Hoge Raad van 6 april 1990 inzake Van Gend & Loos versus Vitesse (HR 6 april 1990, NJ 1991, 689) enige aspecten van de aansprakelijkheid van de wegvervoerder volgens Boek 8 BW behandeld en vergeleken met aansprakelijkheidsregels volgens het gemene recht.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930427

Hoe merkwaardig is een rode zool?

D.J.G. Visser

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 12 juni 2018, C-163/16, ECLI:EU:C:2018:423 (Louboutin/Van Haren)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2018
AA20180920

Hoe passend is arbeid in het kader van een banenpool?

M. Braakhuis

Het afgelopen jaar zijn in veel gemeenten banenpools van start gegaan met de bedoeling langdurig werklozen (weer) aan een betaalde baan te helpen. In onderstaand artikel komt de vraag aan de orde of en in hoeverre er voor langdurig werklozen een plicht bestaat om een arbeidsaanbod in het kader van zo'n banenpool te aanvaarden.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920004

Hoe transparant is het transparantievereiste?

D. Busch

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 20 april 2023, C-263/22, ECLI:EU:C:2023:311 (Ocidental – Companhia Portuguesa de Seguros de Vida/LP)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2024
AA20240442

Hoedanigheden en zorg(vuldigheids-)plichten in het ondernemingsrecht

B.F. Assink

Hoge Raad 11 februari 2011, nr. 09/02216, LJN: BO9577, ECLI:NL:HR:2011:BO9577 (Belastingdienst Limburg/x - ING)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2012
AA20120277

Hoezo, veranderde opvatting van privacy?

W.M.P. Steijn, A.H. Anton Vedder

Post thumbnail

Sociaal netwerksites zijn in korte tijd razend populair geworden. Met de populariteit onder gebruikers steeg de ongerustheid over allerlei privacyrisico’s waaraan de gebruikers zich zouden blootstellen. Relatieve buitenstaanders waaronder sociologen, juristen en ethici, wijzen in toenemende mate op de gevaren van verspreiding en (her-)gebruik van beschikbaar gestelde informatie voor andere doeleinden dan die welke door de gebruikers zijn beoogd. In discussies wordt nog regelmatig betoogd dat de ongerustheid overdreven is omdat de opvatting van privacy nu eenmaal aan veranderingen onderhevig zou zijn. Daarmee bedoelt men dan dat de grootgebruikers van de sites – met oververtegenwoordiging van jongeren en jongvolwassenen – kennelijk anders denken over privacy en dat zij bijgevolg de vermeende privacyrisico’s anders zouden inschatten. Het idee dat de opvatting van privacy door de tijd heen – als het ware per generatie – verandert, is interessant. De stelling verdient nader onderzoek.

Blauwe pagina's | Recht en Media
december 2011
AA20110854

Hoge Raad relativeert het onweerlegbare bewijsvermoeden van artikel 2:138/248 lid 2 BW

S.M. Bartman

HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1099 (Mobile Services)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2021
AA20210938

Holland Nautic – Decca-arrest

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 27 juni 1986, nr. 12728, ECLI:NL:HR:1986:AD7158, NJ1987, 191 (mrs. Martens, Van den Blink, Hermans, Bloembergen, Boekman; A-G Franx) (Holland Nauta/Decca) Arrest van de Hoge Raad met bijbehorende noot met als onderwerp: Positieve en negatieve reflexwerking van de intellectuele eigendomswetten op het recht van de ongeoorloofde mededinging. In de noot wordt dieper ingegaan op deze reflexwerking.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1988
AA19880257

Holland-Beek

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 12 juni 1987, nr. 12929, ECLI:NL:HR:1987:AB8585, RvdW 1987, 138 (Holland/Beek) De vraag die in dit arrest naar voren komt, is die in hoeverre een aanspraak op een aansprakelijkheidsverzekeraar bestaat indien schuldenaar en schuldeiser met elkaar in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend nu de ratio achter de verzekering is dat de schade gedragen wordt door de schadeverzekeraar. In de noot wordt dieper op het leerstuk van boedelmenging, immuniteit tussen echtgenoten, verknochtheid en de betekenis van de WAM-verzekeraar ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1988
AA19880037

Hoofdpersoon tegen wil en dank: hoe bewijs je dat iets een deepfake is?

T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld

In beginsel staat een slachtoffer van deepfakes een groot aantal rechten ter beschikking. Toch kan het bewijsrecht op termijn in de weg staan aan effectieve rechtsbescherming tegen deepfakes. Het is tijd om na te denken over een passend antwoord.

Opinie | Redactioneel
maart 2021
AA20210219