Sociaal-economisch recht

Ondernemer Mangnus

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 5 april 1991, nr. 14154, ECLI:NL:HR:1991:ZC0194, RvdW 1991, 93 (Zeeuwse/Mangnus) Arrest van de Hoge Raad en annotatie op verzekeringsrechtelijk gebied. Aan de orde is in hoeverre een vaststellingsovereenkomst op grond waarvan de verzekerde een bepaald bedrag krijgt uitgekeerd waardoor deze een betere positie komt dan voor het schadeveroorzakende evenement in strijd zou zijn met het indemniteitsbeginsel. De Hoge Raad oordeelt dat terugbetaling van het te veel ontvangen bedrag op grond van het indemniteitsbeginsel in strijd is met de aard van de vaststellingsovereenkomst ook al komt de verzekerde in een andere positie dan in de oude rechtstoestand.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911123

Ondernemerschap in de rechtspleging

Over de kansen van een Netherlands Commercial Court

E. Bauw

Post thumbnail

De beslechting van internationale handelsgeschillen wordt steeds meer een onderdeel van ‘The Global Marketplace’. De laatste jaren snoepen in deze zaken gespecialiseerde 'commercial courts' marktaandeel af van de 'gewone' civiele rechter. Met het initiatief tot de oprichting van een Netherlands Commercial Court, met gespecialiseerde rechters en Engels als procestaal, tracht de Nederlandse rechtspraak aan deze ontwikkeling enig tegenspel te bieden. Zal dit initiatief stand kunnen houden in het internationale geweld?

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2016
AA20160093

Ondernemingen na 1992; tussen concurreren en fuseren

V.P.C.M. Maas, B.L.P. van Reeken

De Europese Gemeenschap zorgt de laatste maanden voor veel nieuws. Er worden talloze studies verricht naar de effecten van de realisatie van de interne markt en er wordt veel geschreven over het Europees mededingingsrecht met betrekking tot overnames, fusies en joint-ventures. Dit artikel probeert aan te geven hoe deze gebieden met elkaar samenhangen; hoe het Europees mededingingsrecht de realisatie van de interne markt beïnvloedt. Het zal geen uitputtende behandeling geven van deze materie, het beoogt niet meer dan een introductie te zijn.

Verdieping | Studentartikel
september 1988
AA19880517

Ondernemings- en effectenrecht 2023-2024

Ars Aequi Libri

Post thumbnail Selectie van de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van het ondernemings- en effectenrecht zoals deze geldt op 1 oktober 2023. De wetsartikelen zijn in de marge voorzien van toelichtende kopjes en de bundel bevat een uitgebreid trefwoordenregister.

9789493333024 - 02-11-2023

Ondernemingsrecht 2025-2026

R.H.M. van Meerwijk, G.J.H. van der Sangen

Post thumbnail Selectie van de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van ondernemingsrecht zoals deze geldt op 1 juli 2025. De wetsartikelen zijn in de marge voorzien van toelichtende kopjes.

9789493333468 - 15-08-2025

Ondernemingsrecht en effectiviteit

B. Geersing

De betekenis van wetgeving zal in de toekomst nog in belang toenemen. Die stelling lijkt gerechtvaardigd als sociale wetenschappers uitspreken, dat de wetgeving de werkgever tot verbetering van de kwaliteit van de arbeid zal moeren dwingen. De situatie wordt ingewikkelder als tevens uit geschriften van sociale wetenschappers twijfel blijkt over de deskundigheid van vele wettenmakers op hun terrein. Ondeskundigheid, omdat voldoende kennis over een bepaald werkelijkheidsgebied plus de kennis over de effecten, van de op grond van die deskundigheid getroffen wettelijke maatregelen, niet bestaat. Ook bij juristen bestaat ontevredenheid over het wetgevingsproces. Het ministerie van Sociale Zaken wordt verweten geen goede reputatie te hebben op het terrein van wetgeving. In dit verwijt wordt vooral kritiek op de onduidelijke formuleringen in de WOR '79 geuit. Bovendien wordt door juristen gesteld, dat de wetgever in zijn taak te kort schiet, ingrijpende veranderingen in de samenleving te beantwoorden met de vorming van nieuw recht. In de jaarvergadering van de Nederlandse Juristenvereniging (NJV) van 1979 wordt uitvoerig kritiek geuit op het bestaande wetgevingsproces. Preadviseur Scheltema stelt daarbij uitdrukkelijk het vraagstuk van de effectiviteit van wetgeving aan de orde. Hij constateert een ernstig gebrek aan kennis omtrent dit vraagstuk. Vragen naar effecten van wetten, naar het ontstaan van niet voorziene en wellicht schadelijke neveneffecten, naar het juiste sanctiesysteem, en naar beter werkende alternatieven, worden volgens hem nauwelijks gesteld. Het macabere is, dat de discussie naar aanleiding van de beide preadviezen, zijn stelling bevestigt. De enige. die meer dan terloopse aandacht aan het vraagstuk van de effectiviteit besteedt is afkomstig uit dezelfde vakgroep van de RU Groningen als waartoe de preadviseur behoort. Het ontbreken van voldoende empirisch materiaal behoeft ons er niet van te weerhouden het vraagstuk van de effectiviteit aan te pakken, zo menen anderen. Het onderscheid tussen de adressanten- en de adressaten-positie, kan al leiden tot enige theorievorming vanuit de adressaten-optiek. Men zou zich moeten afvragen: 'Hoe zou je procedure en inhoud moeten aanpassen aan de behoeften van mensen? Waarom zouden we dan ook niet de slogan '"wetgeving met een menselijk gezicht" aanheffen?' aldus Van Maarseveen, een voorstander van deze theorievorming.

Meesters-column
januari 1981
AA19810014

Oneerlijke bedingen in leningen luidend in vreemde valuta

D. Busch

Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) 10 juni 2021, C-776/19 t/m C-782/19, ECLI:EU:C:2021:470 (VB e.a./BNP Paribas Personal Finance SA & AV e.a./BNP Paribas Personal Finance SA en Procureur de la République)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2022
AA20220127

Ongedeelde smart!

P. Werdmuller, R. de Winter

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de nieuw in te voeren van het aansprakelijkheidsrecht van automobilisten in het verkeer waarbij zij altijd voor de volledige schade aansprakelijk zijn indien zij in aanraking komen met andere weggebruikers dan automobilisten.

Opinie | Redactioneel
juli 1996
AA19960483

Ongehoord Nederland! Underdog en waakhond

A.W. Hins

Post thumbnail Hoeveel ruimte moet er binnen de publieke omroep blijven voor een omroepvereniging met een radicaal andere visie op goede journalistiek? Enerzijds is het de taak van de raad van bestuur van de NPO ervoor te waken dat alle publieke media-instellingen betrouwbaar, zorgvuldig en professioneel handelen. Daar staat tegenover dat Nederland een lange traditie heeft van ideologisch geprofileerde omroepen die elk hun eigen visie op de waarheid mochten verkondigen.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2023
AA20230114

Ongelijke onderhandelingspositie en het arbeidsrecht

A. Vandenberghe

Onderstaand artikel behandeld de zogenaamde ongelijke verdeling tussen de werknemer en werkgever op het moment dat er een arbeidsovereenkomst wordt gesloten.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2004
AA20040412

Ongewenste ongeadresseerde brievenbusreclame: aan stickers kleven nogal wat bezwaren

D.J.G. Visser

Artikel bij de rode draad 'Recht en reclame' over de zelfregulering in de reclamebranch. Er wordt ingegaan op het fenomeen van de 'ongewenst reclamedrukwerk'-stickers. Waar dit vroeger een bijzonder fenomeen was, is de sticker tegenwoordig alom aanwezig. In dit artikel wordt besproken hoe dit systeem tot stand is gekomen en welke raakvlakken het heeft met het recht.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
februari 1993
AA19930086

Ontbinding, opzegtermijn en WW-uitkering; de kantonrechter als uitkeringsinstantie?

J. Riphagen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 9 april 1991, ECLI:NL:CRVB:1991:ZB2042, nr. WW1988/412, W 1989/312 In deze uitspraak van de CRvB werd ingegaan op het destijds nieuwe WW-recht. De CRvB oordeelt dat een werknemer die krachtens art. 1639w BW (oud) een vergoeding krijgt toegewezen bij de bepaling van de WW-uitkering de voornoemde vergoeding buiten beschouwing moet blijven. In de noot wordt dieper op deze uitspraak ingegaan en bekeken hoe deze uitspraak invloed kan hebben op het ontslagrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1992
AA19920212