Metajuridica

Woonruimteverdeling en onderbedeling; etnische minderheden op de woningmarkt

M.A. Loth

Onderwerp van dit artikel is de huisvesting van etnische minderheden in Nederland. Het is de bedoeling om in een rechtssociologische benadering enerzijds een feitelijke beschrijving te geven van de problemen waarmee allochtonen op de woningmarkt kampen, anderzijds aan te duiden in hoever het recht daarin een rol speelt. Deze probleemanalyse gaat uit van twee veronderstellingen. In de eerste plaats wordt de volkshuisvesting gezien als een verdelingsvraagstuk; het schaarse goed woonruimte staat hierbij centraal. Men spreekt ook wel van een ‘zero sum game’; wat de een wint, verliest een ander, de som is altijd nul. Zowel uit een oogpunt van budgettaire realiteitszin, als uit een oogpunt van wetenschappelijke vraagstelling, is het opportuun uit te gaan van de bestaande woningvoorraad. De mogelijkheid van uitbreiding wordt, bij wijze van ceteris paribus clausule, uitgesloten. Het blijft natuurlijk een desideratum van de eerste orde. In de tweede plaats wordt verondersteld dat de uitkomst van de verdeling van woonruimte de resultante is van de werking van de woningmarkt in het algemeen, en de distributie van overheidswege in het bijzonder. De onderlinge samenhang van beide niveau's komt hieronder nog aan de orde. Vanuit dit uitgangspunt wordt onderzocht wat de positie van etnische minderheden op de woningmarkt is. Of anders geformuleerd: hoe groot hun deelname in het zero sum game is. Daartoe worden in 1 achtereenvolgens de algemene en bijzondere problemen van allochtonen op de woningmarkt, en het overheidsbeleid terzake, beschreven. Vervolgens komt in 2 de woningdistributie aan de orde, haar functioneren en betekenis voor de problemen van etnische minderheden. Tot slot wordt in 3 getracht de resultaten in een model samen te vatten, om van daaruit een desideratum te formuleren. In de titel ligt de uitkomst van het verdelingsproces voor etnische minderheden al besloten. Nergens werd het treffender geformuleerd als in ‘schone mensen in schone woningen, vuile in vuile ... ’.

oktober 1981
AA19810573

Woord vooraf

R. de Graaff, T.A. Keijzer, M. Samadi, E.F. Verheul, S.A.M. Vermeulen

Post thumbnail

Tien jaar geleden verscheen in Ars Aequi de Rode draad 'Raad & Daad', over rechtsvorming door de Hoge Raad. Sindsdien is er zoveel veranderd dat de redactie besloten heeft het thema opnieuw aan de orde te stellen.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
januari 2015
AA20150060

Woord vooraf

J. van Dijk, E.E. Nauta, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, D.B. Sander

Dit is het Woord Vooraf van de redactiecommissie bij het Bijzonder Nummer 2020 van Ars Aequi over 'Concurrentie'.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200650

Woord vooraf ‘Duits recht’

Bijzonder nummer 'Duits recht'

R. de Graaff, M. Neekilappillai, J. Streefkerk, J.J. Valk, E.F. Verheul

Post thumbnail

In dit woord vooraf legt de redactie uit waarom het Bijzonder nummer 2014 het thema ‘Duits recht’  heeft gekregen en stipt zij kort aan welke onderwerpen aan bod zullen komen.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140510

Zelfmoord in de common law

Over het menselijk lichaam en het vermogensrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail

Tot 3 augustus 1961 was het plegen van zelfmoord in Engeland en Wales een strafbaar feit. Op die dag maakte section 1 van de Suicide Act aan deze toestand een einde. De strafbaarheid van zelfmoord leeft voort in het taalgebruik: to commit suicide, zelfmoord plegen. De bepaling uit 1961 is interessant omdat zij een schakel vormt tussen het moderne recht en de twee stelsels die juridische studenten sinds de Middeleeuwen bestudeerden, het Romeinse recht en het canonieke recht, en die tezamen verklaren waarom men in Nederland rechten studeert en niet recht, rechtsgeleerdheid, rechtskunde of rechtswetenschap.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
oktober 2016
AA20160700

Zij die geboren worden groeten u

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In 1988 schreef Hans Nieuwenhuis het artikel ‘Zij die geboren worden groeten u’ over de aansprakelijkheid jegens toekomstige generaties. Harm Kloosterhuis & Carel Smith laten in deze aflevering van Vijf Minuten Rechtsfilosofie zien hoe actueel dat artikel nu is.

Perspectief | Column
maart 2021
AA20210307

Zoekt niet en gij zult vinden

F. Brandsma

Post thumbnail Hoe een liefhebber van boeken in de rechtenstudie verzeild raakte, daarin inspirerende colleges Rechts­geschiedenis kreeg en zodoende nog meer boeken ging lezen. Hoe dit hem op het pad van de rechtsgeschiedenis bracht en wat een geluk deze keuze hem bracht: ‘Two roads diverged in a wood, and I –/ I took the one less traveled by,/ And that has made all the difference.’ (Robert Frost, ‘The Road Not Taken’.)

Blauwe pagina's | Eerste kennismaking
november 2025
AA20250740

Zolang de onderdanen slechts aan de algemene wil onderworpen zijn, gehoorzamen zij niemand – alleen hun eigen wil

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

“Zolang de onderdanen slechts aan de algemene wil onderworpen zijn, gehoorzamen zij niemand – alleen hun eigen wil”, aldus Rousseau, die onderwerp is van deze column.

Perspectief | Column
februari 2021
AA20210197

Zorgplichten en zorgethiek

T.F.E. Tjong Tjin Tai

Zorgplichten zijn een bekend verschijnsel in het recht. De Hoge Raad gebruikt de term regelmatig, de wetgever vraagt zich af of er niet vaker met zorgplichten gewerkt moet worden, en in de literatuur wordt er veelvuldig over gesproken. Toch is er nauwelijks aandacht voor de vraag wat een zorgplicht eigenlijk is. Zon vraag is eigenlijk misschien niet zozeer juridisch als wel filosofisch: er wordt een vertrouwd begrip geproblematiseerd. Niettemin zou het ook voor de rechtspraktijk zinvol kunnen zijn als duidelijk wordt wat zorgplichten precies zijn. Ik zal dit laten zien aan de hand van n kwestie, namelijk de autonomie van de schuldenaar bij zorgplichten binnen overeenkomst.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 2007
AA20070702

Zuinig motiveren maar wel uitleggen

Y. Buruma

Post thumbnail

Waarom motiveren rechters niet uitgebreider? Feitelijke oordelen worden niet noodzakelijk accurater gemotiveerd door meer gronden aan te voeren. En juridische oordelen moeten worden begrepen in het licht van de Europese traditie waarin het niet zozeer gaat om een argumentatie inzake de ‘beste oplossing’, maar veeleer om de interpretatie van de wet. Maar een en ander neemt niet weg dat de rechter wel degelijk wat meer mag uitleggen, niet bij wijze van rechtvaardiging van zijn oordeel, maar als toelichting op de betekenis van zijn uitspraak voor de betrokkenen en de samenleving.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
februari 2015
AA20150150