Metajuridica

Werkdruk van rechters

K.G.F. van der Kraats

Post thumbnail De laatste tijd is er (wederom) aandacht gevraagd voor de hoge werkdruk in de Rechtspraak. Zo staat er in de cao voor de rechterlijke macht dat de werkdruk in de Rechtspraak structureel te hoog is. In die cao is opgenomen dat een verkenner wordt aangesteld die gaat onderzoeken wat op korte termijn aan de hoge werkdruk te doen valt. Kim van der Kraats neemt in dit artikel een voorschot op die verkenning.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2023
AA20230800

Westers staatsrecht als onderwerp van studie

T. Koopmans

Het boek van Van Caenegem, An historical introduction to Western constitutional law, biedt een rechtshistorisch perspectief op de staatsrechtelijke ontwikkelingen van de 20e eeuw in onze hoek van de wereld. Het belang ervan ligt in de combinatie van de historische en de rechtsvergelijkende dimensie.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1997
AA19970574

Westminster Hall

F. Brandsma

Post thumbnail

Frits Brandsma vertelt ons over de rijke geschiedenis van Westminster Hall, waar eeuwenlang recht is gesproken (en blijkbaar ook af en toe een tennisballetje werd geslagen).

Blauwe pagina's | Bouwstenen van het recht
mei 2015
AA20150352

Wet van de grote getallen

M.V. Polak

No. 5, 4711, 43, 14 en speciaal voor juristen: 81. Martijn Polak schrijft in deze #column over de magie én de wet van de (grote) getallen

Opinie | Column
april 2019
AA20190288

Wetgeving inzake morele kwesties: een procesgerichte benadering

W. van der Burg

Mogen morele normen, bijvoorbeeld rond abortus of homoseksualiteit, in wetgeving worden omgezet? Dit is doorgaans de centrale vraag in rechtsfilosofische analyses over de verhouding tussen moraal en wetgeving. Daarbij gaat men uit van twee veronderstellingen. Ten eerste veronderstelt men dat de morele normen bekend en relatief onomstreden zijn. Ten tweede worden juridische regels een effectief middel geacht om morele normen af te dwingen. In deze pluralistische en dynamische samenleving zijn deze veronderstellingen minder adequaat. De moraal is zeer divers en sterk in beweging en bovendien vaak niet toegesneden op nieuwe kwesties zoals dir rond biotechnologie. De handhaving van juridische regels blijkt steeds meer een probleem. In een dergelijke situatie kan de verhouding tussen wetgeving en moraal beter worden gezienals een tweerichtingsverkeer. Hierbij is er zowel tijdens het wetgevingsproces als tijdens het implementatieproces een voortdurende wisselwerking tussen ontwikkeling van morele normen en rechtsontwikkeling. Deze benadering past ook een andere visie op wetgeving. De explosieve en communicatieve functies van de wet komen dan meer op voorgrond te staan.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
februari 1998
AA19980079

Wetsinterpretatie en rechtsvorming

F.T. Groenewegen

De wetgever stelt de wetten vast. De rechter past deze toe. Soms is het echter niet duidelijk wat een wet precies voorschrijft. De rechter moet dan de wet interpreteren. De vraag is hoe hij dat dient te doen. Moet hij zich aan de tekst van de wet houden? Welke interpretatiemethoden kan hij gebruiken? Soms resulteert interpretatie in rechtsvorming. Dat roept ook weer de nodige vragen op. Wanneer is er bijvoorbeeld sprake van rechtsvorming?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2007
AA20070091

What’s in a name? Over rechtspraak.nl en de anonimiseringsrichtlijnen

R.H.T. Jansen, M.D. Reijneveld

Vrijwel alle rechterlijke uitspraken worden geanonimiseerd voordat zij op rechtspraak.nl worden gepubliceerd. Op het vigerende anonimiseringsbeleid van de Rechtspraak valt echter het nodige af te dingen. Wij signaleren een aantal pijnpunten en geven enkele suggesties ter verbetering.

Opinie | Redactioneel
september 2020
AA20200741

Why is English law so different?

E.J.H. Schrage

Sinds Josef Esser zijn Grundsatz und Norm in der richterlichen Fortbildung des Privatrechts schreef, zijn tal van studies gewijd aan de overeenkomsten (en de verschillen) tussen de Engelse en de continentale rechtsontwikkeling. Het is verleidelijk om toe te geven aan de neiging om signalen van een zekere convergentie tussen beide rechtsfamilies te ontwaren. Maar een zwaluw maakt nog geen zomer. De vertrekpunten van het Engelse en het continentale recht zijn wel heel verschillend.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht | Verdieping | Studentartikel
mei 1998
AA19980366

Wie heeft recht op rechtvaardigheid?

Toekomstige generaties en klimaatrechtvaardigheid

L.M. Henderson

Post thumbnail Klimaatrechtvaardigheid dwingt ons na te denken over het subject van rechtvaardig­heid. Mensen overal ter wereld, niet-menselijke dieren, de natuur en toekomstige generaties worden in de discussie over klimaatrechtvaardigheid genoemd als potentiële gerechtigden van rechtvaardigheid. Deze bijdrage richt zich op deze vele mogelijke subjecten van rechtvaardigheid. Ik introduceer een opvatting van rechtvaardigheid die de noodzaak van gelijke participatie van alle betrokkenen in het politieke debat over rechtvaardigheid benadrukt. Vervolgens spits ik mijn onderzoek toe op toekomstige generaties. Deze invalshoek laat duidelijk zien wat de fundamentele uitdaging is van rechtvaardigheid. Ik sluit af met een aantal concrete oplossingen.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2020
AA20200558

Wie stelt, bewijst

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

“Juristen worden opgevoed met ‘wie stelt, bewijst’, maar de vraag naar het waarom van dit principe blijft vaak onderbelicht. Voor een antwoord op die vraag moeten we een beetje uitzoomen” Dat doen Harm Kloosterhuis & Carel Smith in deze column dan ook.

Perspectief | Column
mei 2021
AA20210505

Wie was Gaius?

E. Koops

In deze column over Gaius, rechtshistoricus voor de rechtshistorici, vertelt Egbert Koops over het wonder waardoor we na eeuwen van onwetendheid eindelijk echt konden kennismaken met deze beroemde Romein.

Perspectief | Column
januari 2022
AA20220064

Willen we meer of minder academische vrijheid?

L. Said

Post thumbnail De academische vrijheid waarborgen is geen makkelijke taak. Aangezien de de facto bescherming van de academische vrijheid sterk afhankelijk is van (niet evident vastgestelde) zelfregulering op universiteiten staat de academische vrijheid onder druk en is deze kwetsbaar geworden voor geopolitieke ontwikkelingen. Door de complexiteit rondom wezenlijk betwiste concepten bestaat geen overduidelijk objectief plan van aanpak. Wat feitelijk wel is bewezen middels verschillende peilingen, is dat de status quo niet langer volstaat. Het aanstellen van een wetenschapsombudsfunctionaris biedt daarom uitkomst.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2025
AA20250230