Internationaal en Europees publiekrecht

Resultaat 37–48 van de 209 resultaten wordt getoond

De opstanding van Europa (Digitaal boek)

J.W. Sap

Post thumbnail Door gerommel aan de grenzen, nationale reflexen en aanslagen blijkt Europa kwetsbaarder dan gedacht. Interne en externe dreiging drijft de Europese Unie uit elkaar. Heeft Europa de kracht om weer op te staan?

9789069168142 - 12-05-2016

De Poolse rechtsstaat bedreigd

P.J. Slot

HvJ EU (grote kamer) 2 maart 2021, C-824/18, ECLI:EU:C:2021:153 (A.B. e.a. tegen Krajowa Rada Sądownictwa) Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (hoogste bestuursrechter van Polen), bij beslissing van 21 november 2018, ingekomen bij het Hof op 28 december 2018. Dit verzoek is aangevuld bij beslissing van 26 juni 2019, ingekomen bij het Hof op 5 juli 2019, in de procedure A.B., C.D., E.F., G.H. en I.J. tegen Krajowa Rada Sądownictwa.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2021
AA20210613

De Poolse rechtsstaat onder druk: van artikel 7 VEU naar het Europees aanhoudingsbevel en weer terug

J.W. Ouwerkerk, P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote Kamer) 25 juli 2018, C-216/18 PPU, ECLI:​EU:​C:​2018:​586 (LM)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2018
AA20181040

De positie van de Nederlandse wetgevingsjurist bij het implementeren van EU-regelgeving

P.J.P.M. van Lochem

Met de constatering dat Europese regelgeving behoort tot het nationale domein, benadrukte de eerste Visitatiecommissie wetgeving in 2000 dat wetgevingsjuristen (naast andere nationale actoren) zichzelf moesten beschouwen als deelnemers in dit proces en niet als uitvoerders van een opdracht van hogerhand. Dit horizontale beeld lijkt echter niet met de verticale werkelijkheid overeen te komen.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2019
AA20190810

De reikwijdte van de plicht tot conforme interpretatie in het strafrecht tegen de achtergrond van de verhouding tussen de Europese en de nationale rechtsorde

J.G.H. Altena-Davidsen

Mag de nationale rechter weigeren een strafbepaling conform te interpreteren terwijl het Europese recht hem daartoe verplicht, indien conforme interpretatie volgens hem in strijd is met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Strafrecht? Deze vraag wordt bekeken vanuit verschillende constitutionele theorieën over de verhouding tussen het Europese en het nationale recht.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120552

De ruimte als domein van oorlogsvoering: een juridisch vacuüm?

L. Peperkamp

Post thumbnail De kosmische ruimte is de nieuwe militaire high ground. Het gevaar van een heuse ‘ruimteoorlog’ doemt op aan de horizon. Dit artikel schetst een aantal militair-technologische ontwikkelingen in het ruimtedomein, laat zien op welke manier het bestaande juridische kader tekort schiet, en pleit voor grondig onderzoek en het ontwikkelen van nieuwe wetgeving.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200728

De toekomst van VN-sancties

L.J. van den Herik

Post thumbnail

De animo voor VN-sancties is thans minder groot dan in de jaren 90 als gevolg van nieuwe geopolitieke realiteiten. In situaties die Syrië, Myanmar, Belarus en Venezuela betroffen zijn geen VN-sancties opgelegd, maar wel eenzijdige maatregelen genomen door de VS, de EU en door andere staten. Wat is, gezien deze ontwikkeling naar meer frequente inzet van (gecoördineerde) unilaterale sancties, de toekomst van VN-sancties en in het bijzonder van de institutionele architectuur van VN-sancties? Dit artikel beargumenteert dat VN-sanctiehervorming van groot belang is en blijft, ondanks de verschuiving naar unilaterale sancties. VN-sancties zouden een voorbeeld moeten stellen waar het gaat om eerlijke en duidelijke procedures, en humanitaire vrijstellingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220111

De Torresi-tragedie – of hoe vrij verkeer niet altijd tot een gewenst resultaat leidt

S.J.F.J. Claessens

Post thumbnail In deze aflevering van ‘Spraakmakende zaken’ behandelt Sjoerd Claessens de Torresi-zaak, over de wederzijdse erkenning van de beroepskwalificatie van advocaten.

Blauwe pagina's | Spraakmakende Zaken
september 2021
AA20210788

De trias politica in de gelaagde EU-rechtsorde

H.C.F.J.A. de Waele

Post thumbnail Nederland maakt deel uit van de gelaagde rechtsorde die Europese Unie heet. In hoeverre krijgt de trias politica daarbinnen nog een zuivere plaats, welke implicaties heeft een dergelijke gelaagdheid voor de machtenscheiding in Nederland, en welke rol speelt het Hof van Justitie precies? Dit artikel geeft antwoord op deze vragen, waarbij het aan de hand van actuele voorbeelden inzicht verschaft in hoe de nationale en supranationale actoren zich tot elkaar verhouden. Het intensief met elkaar verknoopt zijn maakt dat ongerijmdheden op het ene niveau soms tot knelpunten en verzet leiden op het andere. Zoals recente ontwikkelingen suggereren, kan wrijving tussen de verschillende publieke sferen zorgen voor prachtige glans, maar riskeert die tevens te leiden tot krassen op beider blazoen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200891

De veilige stad als collectief doel (Digitaal boek)

E.W. Kolthoff, J.W. Sap

Post thumbnail Wat moeten we verstaan onder de veilige stad? Vanuit juridische, criminologische, historische en culturele visies, geven de auteurs antwoorden op brandende vragen van vandaag.

9789492766687 - 08-05-2019

De verhouding tussen het EHRM en het HvJ EU na toetreding van de EU tot het EVRM. Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

J.H. Gerards, L.R. Glas

Janneke Gerards en Lize Glas stellen in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de verhouding tussen het EHRM en het Hof van Justitie van de EU aan de orde. Hoewel de Raad van Europa en de EU afzonderlijk van elkaar functioneren, zijn de rechtsstelsels van beide organen nauw met elkaar verweven. Die verwevenheid zal nog sterker worden als de EU tot de Raad van Europa toetreedt, zoals met het Verdrag van Lissabon wordt beoogd. Het EHRM zou dan hiërarchisch boven het Hof van Justitie komen te staan. Gerards en Glas betogen echter dat de relatie tussen beide hoogste rechters beter als complementair in plaats van als hiërarchisch kan worden gekenschetst. Een dergelijke benadering doet recht aan de specifieke taken en bevoegdheden van beide organen.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120520

De verwijzingsplicht van de hoogste rechters in Nederland en de Cilfit-controverse: prejudicieel verwijzen of niet?

J. Krommendijk, J. Langer

Post thumbnail Op grond van artikel 267 VWEU zijn de hoogste nationale rechters verplicht om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen bij twijfel over de uitleg of geldigheid van het Unierecht. De laatste jaren is er veel te doen over deze verwijzingsplicht, mede als gevolg van niet-eenduidige rechtspraak van het Hof hierover (de ‘Cilfit-controverse’). De hoogste Nederlandse rechters gaan verschillend om met deze plicht en betrekken ook niet juridisch-inhoudelijke en soms strategische overwegingen bij een verwijzingsbesluit. Het is de vraag of artikel 267 VWEU en de rechtspraak van het Hof die ruimte bieden.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2019
AA20190469

Resultaat 37–48 van de 209 resultaten wordt getoond