Gezondheidsrecht

Patiënt in het Europa van de 21e eeuw: een gezondheidsrechtelijke beschouwing

H.D.C. Roscam Abbing

In dit artikel wordt het recht op zorg voor de gezondheid in het perspectief van de Europese integratie besproken op drie deelterreinen die mede door de voorgenomen uitbreiding met nieuwe lidstaten de komende jaren de meeste aandacht zullen vragen. Het betreft de gezondheidsbescherming, de kwaliteit van zorg en de toegang tot gezondheidszorgvoorzieningen. Vanwege de intrinsieke relatie tussen het recht op zorg voor de gezondheid en rechten van patiënten worden deze laatste daarbij — zij het summier — betrokken.

mei 2001
AA20010372

Rampenbestrijding en gezondheidszorg

J. Sijmons

Post thumbnail Voor rampen op het gebied van de volksgezondheid fungeert de Wet publieke gezondheid in combinatie met de Wet veiligheidsregio’s. De COVID-19-pandemie heeft laten zien dat de overheid met deze wetten niet was voorbereid op een pandemie. Een tijdelijke wet moest hier de oplossing bieden. Deze crisis legde de spanning tussen publiek en privaat optreden bloot en noopt tot structurele herziening.

Bijzonder nummer | Crisis!
juli 2021
AA20210682

Reactie op ‘De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen’

J.F. Kamp

Reactie van een iemand die praktijk ervaring heeft op een eerder artikel over de 'Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen'.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1993
AA19930454

Reactie op ‘Het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw’

M.G.J.M. Kortmann

In dit artikel geeft een arts én jurist een reactie op een eerder verschenen artikel in Ars Aequi over abortus.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1993
AA19930023

Reactie op ‘Orgaandonatie’

E. de Jong

In dit artikel geeft De Jong een reactie op een eerder artikel in Ars Aequi over ogaandonatie. De auteur komt tot de conclusie dat het er in Nederland een klein kans bestaat dat er orgaandonatie plaatsvindt en voert daar verschillende cijfers toe aan.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1991
AA19911170

Reactie op: Euthanasie: de grens bereikt?

R.H.M. de Leeuw

In dit artikel wordt een kritische reactie gegeven op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel over euthanasie.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2001
AA20010440

Recente ontwikkelingen rond de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

J.C.J. Dute

Op 1 december 1999 is de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) in werking getreden. Oogmerk van de wet is het beschermen van proefpersonen tegen de risico’s en de bezwaren van medisch-wetenschappelijk onderzoek, zonder de vooruitgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren. In dit artikel geeft Jos Dute een overzicht van de belangrijkste thema’s in de voortgaande discussie over de WMO.

Bijzonder nummer | Gezondheidsrecht
juli 2011
AA20110565

Rechter moet integriteit psychiatrische patiënt veel beter beschermen

L. Koetsier

In dit opiniërende artikel staat de visie van een voormalig psychiatrisch patiënt centraal voor wat betreft het toepassen van dwangmiddelen. De auteur gaat in op de regels die geschapen zijn in de rechtspraak over maatregelen tegen de wil van de patiënt.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1990
AA19900017

Rechtsbescherming en democratisering

T. Pas

Onlangs is de nota Patiëntenbeleid verschenen waarin de plaats van de patiënt in de gezondheidszorg aan de orde wordt gesteld. De nota streeft ernaar de mondigheid van de patiënt te bevorderen. Dit moet ertoe leiden dat hij mee gaat denken en meebeslissen over de behandeling die hij ondergaat. Tot zover de nota. Deze democratisering kan slechts dan werkelijk van de grond komen als de rechtspositie van de patiënt beter wordt gewaarborgd dan op dit moment het geval is. De feitelijk rechteloze positie van een patiënt blijkt met name, wanneer hij naar aanleiding van de ondergane medische behandeling een klacht in wil dienen. Op enkele rechtspositionele knelpunten op dil gebied zal hieronder nader worden ingegaan. Vervolgens komen de opvattingen van de staatssecretaris aan de orde.

Witte stukken
augustus 1981
AA19810418

Rechtsbescherming voor de psychiatrische patiënt; een terrein vol problemen

P.J.H. Laurs

In dit artikel zullen de pogingen worden geschetst om de rechtspositie te verbeteren van in psychiatrische ziekenhuizen opgenomen patiënten. Stilgestaan wordt bij de huidige stand van zaken (de Krankzinnigenwet en de jurisprudentie) en bij de nieuwe wetsvoorstellen (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen BOPZ, Behandelingsovereenkomst, Mentorschap). Ook als deze voorstellen de eindstreep halen, lijkt de rechtsbescherming voor de psychiatrische patiënt op belangrijke punten nog lacuneus te blijven.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
februari 1991
AA19910133

Regelgeving voor experimenten met mensen. Een filosofisch-historische beschouwing

A.F. Cohen

Medisch onderzoek met mensen kan niet zomaar. Dat begrijpt iedereen. Onze regels en wetten beschermen altijd het zelfbeschikkingsrecht van het individu. Je zou dat dus maximaal kunnen doen door geen onderzoek uit te voeren, maar dat is uiteraard ook geen optie. De regelgeving probeert een balans tussen de bescherming van het individu en de wetenschappelijke vooruitgang te bereiken. Die balans tussen wat in de filosofie plichtethiek en utilisme wordt genoemd, is de basis van de regels voor medisch onderzoek. De uitvinders ervan, de Pruisische regering in de periode tussen 1900 en 1931, waren meteen daarna ook de grootste overtreders met de gruwelijke experimenten in concentratiekampen.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2022
AA20220512

Staat van verwarring

Over euthanasie, vergevorderde dementie en het recht op leven

B.C. van Beers

Post thumbnail Mag een arts op grond van een eerder opgestelde euthanasieverklaring het leven van haar diep demente patiënt beëindigen, omdat zij meent dat er sprake is van uitzichtloos, ondraaglijk lijden, zelfs als de inmiddels wilsonbekwaam geworden patiënt zelf expliciet zegt (nog) niet dood te willen? Onlangs beantwoordde de rechtbank Den Haag deze vraag bevestigend. Dit artikel biedt een kritische juridische en rechtsfilosofische analyse van het vonnis.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2020
AA20200141