Burgerlijk recht

De verhouding tussen sportregel en rechtsregel

C. Boon

In deze eerste bijdrage aan de Rode draad wordt ingegaan op het karakter van sport, de verschillen tussen rechts- en sportregels en wordt civielrechtelijke jurisprudentie besproken die ziet op de aansprakelijkheid bij schade ontstaan in sportsituaties.

Overig | Rode draad | Sport en recht
januari 1996
AA19960023

De verklaring voor recht

N.E. Groeneveld-Tijssens

Nadine Groeneveld-Tijssens promoveerde op 29 juni 2015 aan Tilburg University op haar dissertatie De verklaring voor recht. Haar promotor en tweede promotor waren prof.mr. A.C. van Schaick en prof.mr. J.B.M. Vranken. In deze bijdrage vertelt zij waar haar stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2015
AA20151025

De vermogensrechtelijke positie van de muziekliefhebber in tijden van iTunes en Spotify

N.F.W. Sturris

Post thumbnail

In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre de vermogensrechtelijke positie van een gebruiker van downloads via iTunes en Spotify Premium vergelijkbaar is met die van de eigenaar van de muziek-cd. In een tijdperk van streamingabonnementen en digitale toegangsverleners moet men niet meer denken in obsoleet rakende termen als ‘exemplaren’. Bepalend is het mede door techniek en contract ingevulde gebruiksrecht.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180590

De vermoorde bruid

S.C.J.J. Kortmann, A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 7 december 1990, nr. 14036, ECLI:NL:HR:1990:ZC0071, RvdW 1991, 5. Ook bekend als De vermoorde bruid. In deze uitspraak van de Hoge Raad en met name de procedure daaraan voorafgaand staat centraal in hoeverre het voor de gewezen echtgenoot centraal mogelijk is om aanspraak te maken op de erfenis van door hemzelf vermoorde erflater. In de weergegeven tekst komt met name naar voren dat de moordenaar onwaardig is om te erven. De enige rechtsoverweging van de Hoge Raad die is afgedrukt ziet met name op de redelijkheid en billijkheid die van invloed is op de ontbonden huwelijksgemeenschap. De Hoge Raad oordeelt dat het hof een juiste maatstaf heeft aangelegd en juist heeft geoordeeld door te zeggen dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de achtergebleven echtgenoot de helft van de ontbonden gemeenschap toe te kennen. In de noot wordt hier dieper op in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1991
AA19910679

De verwatering van het onderscheid tussen huwelijkse voorwaarden en echtscheidingsconvenant

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 30 maart 2012, nr. 10/05506, ECLI:NL:HR:2012:BV3103, LJN: BV3103, NJ 2012, 422, m.nt. L.C.A. Verstappen Niet-nakoming periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. Bij echtscheiding gesloten overeenkomst over verrekening vermogen niet vernietigbaar op grond van artikel 6:229 BW (voortbouwende overeenkomst). Artikelen 1:132 e.v. BW ook van toepassing op bij echtscheiding overeengekomen verrekening. Artikel 3:199 BW (uitsluiting dwalingsregeling art. 6:228-230 BW) niet beperkt tot dwaling over waarde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2012
AA20120630

De Vleeschmeesters: over de opheffing van een Frans faillisement en de gevolgen daarvan in Nederland

P. Vlas

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970233

De vlucht naar voren in de Digital Services Act

P.T.J. Wolters

Post thumbnail De voorgestelde Digital Services Act herziet het juridische kader voor de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden van onlineplatforms. Het voorstel neemt de vlucht naar voren met gedetailleerde regels en nieuwe verplichtingen. De uitgangspunten van het bestaande recht blijven echter onveranderd gelden. De Digital Services Act leidt hierdoor niet tot een fundamentele herziening van het juridische kader.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2022
AA20220191

De voorzieningenrechter die de kat de bel aanbond

A.W. Jongbloed

Rechtbank Noord-Holland (voorzieningenrechter; zittingsplaats Alkmaar) 7 februari 2018, nr. C/15/269895 / KG RK 18-95, ECLI:NL:RBNHO:2018:910

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2019
AA20190214

De vordering tot dooronderhandelen nader belicht

M.R. Ruygvoorn

Post thumbnail Een partij die in de precontractuele fase onderhandelingen afbreekt wanneer dat onaanvaardbaar is of die in de contractuele fase weigert door te onderhandelen totdat een gerechtvaardigd breekpunt in de onderhandelingen is bereikt, kan worden veroordeeld om de onderhandelingen voort te zetten. Maar: hoe zinvol is zo’n veroordeling? Is het voor de veroordeelde partij niet betrekkelijk eenvoudig om aan de veroordeling te voldoen maar vervolgens de onderhandelingen op te blazen? Heeft het nog wel zin om te trachten tot zaken te komen met een onwillige wederpartij? En wanneer is een dergelijke vordering niet toewijsbaar? Kortom: wat is het nut en waar liggen de grenzen van een veroordeling tot dooronderhandelen? Deze en een aantal aanpalende vragen staan centraal in dit artikel.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2012
AA20120613

De waarde van de annotatie

Inleiding

, M.T. Beumers, R. de Graaff

Post thumbnail

De annotatie lijkt tegenwoordig minder hoog te worden aangeslagen dan voorheen. Zo zien verschillende faculteiten de noot nog slechts als ‘vakpublicatie’. De bewijslast dat de noot toch ‘wetenschappelijk’ is, ligt bij de auteur. Dat dwingt ons na te denken over een vraag die voorheen altijd evident leek: wat is eigenlijk de waarde van de annotatie? Het stellen van deze vraag leidt vervolgens onvermijdelijk tot verdere discussie. Is de hedendaagse annotatie niet te veel verworden tot een korte en weinig kritische samenvatting? Hoe ziet de ideale annotatie er dan wél uit? Wat mag van een annotator worden verwacht en wat niet? In deze reeks, gebaseerd op een viertal lezingen naar aanleiding van de 300e NJ-annotatie van professor Henk Snijders, komen al deze vragen aan bod.

Perspectief | Reeks ´De waarde van de annotatie´
december 2016
AA20160983

UCERF 14 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

De waarde van het levenstestament

A. Autar

In deze bijdrage gaat de auteur in op vragen rondom het razend populaire levenstestament. Dit instrument, dat in de notariële praktijk tot ontwikkeling is gekomen, wordt vaak gebruikt vanuit de wens om zelf regie te houden. De beschermingsmaatregelen uit Boek 1 BW (curatele, bewind en mentorschap) worden als te beperkend gezien. Toch is het levenstestament […]

De Wet bescherming erfgenamen tegen schulden

J.M.I. Vink

Op 1 september 2016 is de Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking getreden. Deze wet bevat een tweetal wijzigingen in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek waardoor het privévermogen van erfgenamen beter wordt beschermd tegen eventuele schulden van de erflater. De eerste wijziging is een verduidelijking en daarmee tevens een beperking van het aantal gedragingen dat leidt tot het zuiver aanvaarden van een nalatenschap met als gevolg dat erfgenamen met hun eigen vermogen aansprakelijk worden voor de schulden van de nalatenschap. Daarnaast is een uitzonderingsclausule opgenomen voor erfgenamen die een nalatenschap zuiver hebben aanvaard en vervolgens worden geconfronteerd met een onverwachte schuld van de erflater. Erfgenamen kunnen dan een beroep doen op de uitzonderingsclausule, zodat zij niet langer met hun eigen vermogen hoeven in te staan voor deze schuld. In dit artikel wordt nader ingegaan op deze twee wijzigingen in het erfrecht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2016
AA20160882