Burgerlijk recht

Incasso van een ‘oude’ huurschuld

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:931 (Portaal/huurder)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2022
AA20220677

Incassokosten begrensd

L.D.V.M. Kompier

Op 1 juli 2012 is de nieuwe regelgeving voor de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. Met een wijziging van het Burgerlijk Wetboek zijn in lagere regelgeving, namelijk in een besluit, de incassokosten genormeerd. Wanneer een schuldenaar niet op tijd betaalt, kan een schuldeiser handelingen (laten) verrichten om de schuldenaar alsnog te laten betalen. De schuldeiser heeft recht op een vergoeding voor de kosten die hij maakt om de vordering buiten rechte te innen. De wettelijke regeling van de incassokosten biedt duidelijkheid aan de schuldenaar en aan de schuldeiser over hoe hoog deze kosten mogen zijn en biedt bescherming tegen te hoge incassokosten.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2013
AA20130149

Inderdaad, haaks op de WTL

Nawoord op bovenstaande reactie

M. van Dijk, A.C. Hendriks

In deze reactie op de reactie van Vink gaan de auteurs in op het artikel van Vink over hulp bij zelfdoding en stippen daarbij het zelfbeschikkingsrecht aan.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070762

Ingrid Kolkman

J. Hijma

Hoge Raad 1 juni 1990, nr. ZW 1987/101, ECLI:NL:CRVB:1989:AK8854 De Hoge Raad casseert in dit arrest de uitspraak van het hof in een zaak waarbij het gaat om verkeersaansprakelijkheid na een aanrijding van een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist. De Hoge Raad oordeelt dat de automobilist in deze gevallen altijd voor de volledige schade aansprakelijk is tenzij het schade lijdende kind heeft gehandeld met opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In de noot wordt dieper op het systeem van art. 31 WVW (oud) ingegaan en een onderscheid gemaakt tussen overmacht, eigen schuld en de billijkheidscorrectie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910064

Inleiding

I. Giesen, J. Struycken, M. Thöenes, A.J. Verheij

De redactieraad geeft een korte introductie bij het bijzonder nummer dat als thema heeft 'Joint ventures'.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950333

Inleiding Rode draad ‘Beroepsaansprakelijkheid’

J. Broekhuizen, A.J. Verheij, A. van Vught

In deze inleiding bij de Rode draad 'Beroepsaansprakelijkheid' wordt ingegaan op het nieuwe thema van de Rode draad en wordt geschetst welke onderwerpen aan bod kunnen komen bij de aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
januari 1995
AA19950012

Insolventie Procesdossier

C. Hafkamp, J.B.A. Jansen, C. van de Kraats

Post thumbnail In dit Insolventie Procesdossier wordt een globaal beeld geschetst van de diverse (proces)stukken waarmee de curator, maar ook anderen binnen het faillissementsproces, te maken kunnen krijgen. Het biedt studenten en praktijkjuristen een beter begrip van en een praktisch inzicht in het faillissementsrecht.

9789493333079 - 12-02-2024

Insolventierecht 2025

C.M. Harmsen

Post thumbnail Alle relevante wet- en regelgeving op het gebied van het insolventierecht zoals deze geldt op 1 januari 2025. De wetsartikelen zijn in de marge voorzien van toelichtende kopjes.

9789493333406 - 13-02-2025

Instructiebevoegdheid in concernverhoudingen

H.J.C. van Geel

Een van de centrale thema's binnen het concernrecht vormt de instructiebevoegdheid van de moedervennootschap ten opzichte van de dochtervennootschap. Is zo'n instructie geoorloofd en zo ja, wat zijn de voorwaarden en waar liggen de grenzen? In dit artikel wordt geprobeerd een antwoord op deze vragen te geven. Vervolgens wordt ingegaan op een tweetal terreinen waarop de instructiebevoegdheid een rol speelt, te weten de concernfinanciering en de misbruikwetgeving. Aansluitend wordt de behoefte aan een wettelijk vastgelegd instructierecht besproken.

Verdieping | Studentartikel
mei 1990
AA19900267

Intel- Intelmark en L’Oreal- Bellure

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 27 november 2009, zaak nr. C-252/07, ECLI:EU:C:2008:655 (Intel Corporation Inc. v CPM United Kingdom Ltd.) en Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 juni 2008, zaak nr. C-487/07, ECLI:EU:C:2009:378 (L'Oréal SA and Others v Bellure NV and Others) Annotatie bij twee uitspraken waarbij de uitleg van meerdere artikelen uit EG-Merkenrichtlijn centraal staat. Tot deze dubbelannotatie werd besloten vanwege het verband dat tussen deze recente arresten bestaat. In beide gevallen gaat het om de bescherming van bekende merken tegen handelingen waardoor niet, zoals in de klassieke gevallen van merkinbreuk, gevaar voor verwarring ontstaat, maar die bestaan uit het ofwel ongerechtvaardigd voordeel trekken uit ofwel afbreuk doen aan de bekendheid of het onderscheidend vermogen van het bekende merk. In deze arresten heeft het Europese Hof een aantal voor de bescherming van het bekende merk belangrijke regels gegeven.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2009
AA20090570

Intellectuele eigendom aan het begin van de 21e eeuw

D.W.F. Verkade

Kijken we terug naar het Bijzonder nummer ‘Europa 1992 ’ van twaalf jaar geleden, dan zijn er op het gebied van de intellectuele eigendom sindsdien grote vorderingen geboekt. Ik geloof dat het niet te ver gaat om te zeggen dat het rechtsgebied van de intellectuele eigendom (i.e.-recht)nu overwegend Europees recht is geworden. Daar was twaalf jaar geleden nog geen sprake van. In het komende decennium, tot het volgende Bijzonder nummer over Europa in pakweg 2011, zijn nog meer belangrijke, misschien zelfs spectaculaire ontwikkelingen te verwachten.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010351

Intellectuele eigendomsrechten in de GATT

R. Brohm, V. van der Chijs

Op de ministersconferentie van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel: General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), eind 1986 in Punta del Este (Uruguay), is door de deelnemende landen overeengekomen een nieuwe multilaterale onderhandelingsronde te beginnen om de internationale handel te liberaliseren. Op deze conferentie, de Uruguay-ronde genoemd, wordt bijzondere aandacht geschonken aan intellectuele eigendomsrechten. In een speciale onderhandelingsgroep wordt besproken hoe de internationale bescherming van intellectuele eigendom kan worden verbeterd. In dit artikel wordt onderzocht of het te verdedigen is dat de GATT, zijnde een overeenkomst over internationale handel, zich expliciet inlaat met bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Voorts wordt de GATT vergeleken met de World Intellectual Property Organisation (WIPO). Vanouds is het internationale systeem voor intellectuele eigendomsrechten immers het vrijwel exclusieve jachtterrein van de WIPO geweest. Wellicht is de GATT beter geoutilleerd om hervormingen op dit gebied te bewerkstelligen. Ook wordt de huidige stand van zaken in de onderhandelingen besproken. Maar allereerst zal voor een goed begrip aandacht worden besteed aan de achtergronden van de Algemene Overeenkomst zelf.

Verdieping | Studentartikel
juni 1989
AA19890535