Rechtsvinding in het privaatrecht en het strafrecht, of: mag Geert Wilders alles zeggen wat hij denkt?


In deze amuse illustreert de auteur op toegankelijke en actuele wijze dat bepaalde rechtsvragen – in dit artikel wat er valt onder het opzettelijk beledigen van een bevolkingsgroep – niet eenvoudig te beantwoorden zijn. De auteur laat zien dat vanuit civielrechtelijk en strafrechtelijk perspectief er andere gezichtspunten en uitkomsten mogelijk zijn. De auteur betoogt dat voor rechtsvinding deelname aan het publieke debat vereist is waarbij verschillende belangen en meningen gelden en er gezocht moet worden naar het gewicht van verschillende, soms confronterende, belangen.