Mariënburcht


Hoge Raad 16 oktober 1990, nr. 86988, ECLI:NL:HR:1990:AD1248, NJ 1991, 442 m.nt. G.J.M. Corstens (Mariënburcht)

In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de problematiek die speelt bij het deelnemen aan een criminele organisatie, destijds een ‘rechtspersoon met een crimineel oogmerk’. Deze strafzaak speelde zich af in het krakersmilieu en hing samen met de grootschalige ontruiming van een kraakpand in Nijmegen waarbij er door de bewoners van het pand en sympathisanten veel verzet werd geboden. De vraag is nu in hoeverre dat deelnemers deel uitmaken van een vereniging die ten doel had strafbare feiten te plegen. De Hoge Raad komt de conclusie dat het hof een juiste uitspraak heeft gewezen ten aanzien van art. 140 Sr (oud) waarbij op de verschillende bestanddelen wordt ingegaan. In de noot wordt dieper ingegaan op de geschiedenis van art. 140 Sr (oud), de bestanddelen van dit artikel en tenslotte wordt ingegaan op de verhouding tussen art. 140 Sr (oud) en het legaliteitsbeginsel.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): M.S. Groenhuijsen

Verschijning: mei 1991

Archiefcode: AA19910416

Hoge Raad 16-10-1990 (ECLI:NL:HR:1990:AD1248) zaaknummer: 86988

kraken legaliteitsbeginsel misdrijven in vereniging ontruiming oogmerk rechtspersoon

Strafrecht en criminologie

Annotaties en wetgeving Annotatie