Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Juridische problematiek
1.3 Vraagstelling
Hoofdstuk 2 Circulair bouwen en het product–as-a-service-model: een definitie
2.1 Inleiding
2.2 Definitie circulaire economie
2.2.1 Lineaire economie versus circulaire economie
2.2.2 De circulaire economie
2.3 Circulair bouwen en product-as-a-service
2.3.1 Lineair versus circulair bouwen
2.3.2 Wat is circulair bouwen?
2.3.3 Definitie circulair bouwen
Hoofdstuk 3 Circulair bouwen en het goederenrecht: knelpunten en mogelijkheden
3.1 Inleiding
3.2 Het eenheidsbeginsel en circulair bouwen
3.3 Bestanddeelvorming en natrekking
3.3.1 Inleiding
3.3.2 Bestanddeelvorming: art. 5:3 jo. 3:4 BW
3.3.3 Natrekking door de grond: art. 3:3 jo. 5:20 BW
3.3.4 De eigendomsvraag bij circulair bouwen
3.4 Eigendom van het circulaire onderdeel na afscheiding
3.4.1 Inleiding
3.4.2 Afscheiding/splitsing van een bestanddeel
3.4.3 De juridische gevolgen van afscheiding van een bestanddeel
3.5 Circulaire mogelijkheden in het goederenrecht?
3.5.1 Inleiding
3.5.2 De eenvoudige gemeenschap
3.5.3 Het erfpachtrecht
3.5.3.1 Inleiding
3.5.3.2 Recht van erfpacht: genot beperken tot een bestanddeel?
3.5.3.3 De eerste circulaire gevel?
3.5.3.4 Wegneemrecht voor de erfpachter bij een verplicht gebouwd werk
3.5.4 Het opstalrecht
3.5.4.1 Inleiding
3.5.4.2 Opstalrecht ten behoeve van bestanddeel?
3.5.4.3 Wegneemrecht bij het recht van opstal
3.5.4.4 Opstalrecht ten behoeve van circulair onderdeel
3.5.5 De kwalitatieve verplichting
3.5.6 Afscheiding van een circulair bestanddeel op basis van een wegneemrecht
3.6 Tussenconclusie
Hoofdstuk 4 Circulair bouwen en de financierings- en faillissementsproblematiek
4.1 De financieringsproblematiek
4.1.1 Inleiding
4.1.2 Vestigen van een zekerheidsrecht bij circulair bouwen
4.1.3 Afscheiding van een bestanddeel van een met hypotheekrecht bezwaarde onroerende zaak
4.1.4 Uitwinnen van een hypotheekrecht op een onroerende zaak met een circulair onderdeel als bestanddeel
4.2 Faillissementskwesties en circulair bouwen
4.2.1 Inleiding
4.2.2 Faillissement van de grondeigenaar
4.2.2.1 Executie van het hypotheekrecht bij faillissement van de grondeigenaar
4.2.2.2 Faillissement van de grondeigenaar, zonder executie van hypotheekrecht
4.2.3 Faillissement van de circulaire leverancier
4.2.3.1 Gevolgen van faillissement
4.2.3.2. Overkoepelende problematiek
4.3 Tussenconclusie
Hoofdstuk 5 Circulair bouwen: aanpassingen in het goederenrecht noodzakelijk?
5.1 Inleiding
5.2 Voorwaarden voor een geschikte circulaire oplossing
5.3 Aanpassing van bestanddeelvormings- en natrekkingsregels
5.3.1 Inleiding
5.3.2 Bestanddeelvorming voorkomen
5.3.2.1 Voorkomen van materiële verbondenheid: demontabel bouwen
5.3.2.2 Voorkomen van bestanddeelvorming op grond van de verkeersopvatting: in zwang raken van bepaalde overeenkomsten
5.3.3 Aanpassing natrekkingsregels
5.3.4 Geschikte oplossing?
5.4 Ingeschreven eigendomsvoorbehoud naar voorbeeld van Belgisch recht en Frans recht
5.4.1 Inleiding
5.4.2 Het ingeschreven eigendomsvoorbehoud in België en Frankrijk
5.4.3 Het ingeschreven eigendomsvoorbehoud naar Nederlands recht
5.4.3.1 De beperking van art. 3:92 lid 2 BW
5.4.3.2 Het fiduciaverbod
5.4.4 Geschikte rechtsfiguur?
5.5 Het verruimde opstalrecht
5.5.1 Inleiding
5.5.2 Verruimd opstalrecht naar Nederlands recht
5.5.3 Geschikte rechtsfiguur?
5.6 Een geschikte circulaire oplossing in het goederenrecht: ingeschreven eigendomsvoorbehoud of opstalrecht met verruimde toepassing?
5.7 Een blik op een circulaire toekomst
5.7.1 Inleiding
5.7.2 Driedimensionaal eigendom
5.7.3 Het 3D-kadaster: 3D-weergave registreren ten behoeve van rechtszekerheid
5.8 Tussenconclusie
Hoofdstuk 6 Conclusie
Literatuur- en bronnenlijst