Capita Encyclopedie en Rechtsfilosofie (Digitaal boek)
Capita Encyclopedie en Rechtsfilosofie behandelt in 11 hoofdstukken enkele hoofdvragen van de encyclopedie en filosofie van het recht. Is de rechtswetenschap wel een echte wetenschap? Mogen wij andere culturen beoordelen met onze normen? Is godsdienst een fundament voor de moraal? Moet vrijheid van meningsuiting ook gelden voor mensen in overheidsbetrekking? Wat zijn de grondslagen van het moderne denken over democratie en rechtsstaat?
Deze digitale uitgave is alleen toegankelijk voor WO en HBO rechtenstudenten via de faculteitsbibliotheken. Geen toegang? Vraag bij jouw faculteitsbibliotheek of zij al een licentie hebben.
Deze digitale uitgave is niet individueel aan te schaffen. Bibliotheken kunnen een licentie nemen en op ip-niveau toegang krijgen tot alle digitale uitgaven van Ars Aequi, neem hiervoor contact op met onze klantenservice.
Bekijk inhoudsopgave
Inhoudsopgave Capita Encyclopedie en Rechtsfilosofie (Digitaal boek)
1 Is de rechtswetenschap een echte wetenschap?
1.1 Eerste kenmerk van wetenschap: consensus over enkele basale feiten
1.2 Tweede kenmerk van wetenschap: het experiment
1.3 Derde kenmerk van wetenschap: cumulatie van kennis
1.4 Vierde kenmerk van wetenschap: voorspellingen doen
1.5 Het regel-skepticisme van de Amerikaanse realisten
1.6 Van Amerikaans Realisme naar Critical Legal Studies en Rechtseconomie
1.7 Van Amerikaans Realisme naar Critical Legal Studies en Rechtseconomie
1.9 Is rechten een geleerheid of een wetenschap?
1.10 ‘Classical Legal Doctrine’ versus ‘Critical Legal Studies’
1.11 De (im)populariteit van CLD
2 Is rechtsfilosofische kennis nuttig voor de rechtspraktijk?
2.1 Het belang van de rechtsfilosofie geïllustreerd aan de hand van de zaak-Kadijk
2.2 Van de zaak Kadijk naar de zaak Drenth
2.3 Hoe zou rechter Hercules de zaak Drenth moeten beoordelen?
2.4 Eerste gezichtspunt: de wet
2.5 Tweede gezichtspunt: de meningen van schrijvers
2.6 Zes argumenten voor een onafhankelijk OM
2.7 Zes overwegingen over een onafhankelijk OM
2.8 Wat betekent dit voor het ‘nut’ van de rechtsfilosofie en voor het curriculum?
2.9 Derde gezichtspunt: de idealen van het recht
2.10 Democratie als eerste constitutioneel ideaal
2.11 De gevaren van bureaucratische macht als buffer tegenover politieke macht
2.12 Rechtsstaat als tweede constitutioneel ideaal
2.13 Vierde en laatste gezichtspunt: de betekenis van Hercules’ eigen rolopvatting
2.14 De opvatting van Dworkin over interpretatie: ‘the moral reading of the constitution’
2.15 De opvatting van Scalia over interpretatie: ‘Originalism’
2.16 De opvatting van Posner over interpretatie: Van boven naar beneden en van beneden naar boven
3 Mogen wij andere culturen beoordelen met onze normen?
3.1 Vrouwenbesnijdenis in Nederland
3.2 De opstap voor cultuurrelativisme: Herodotus’ constatering dat gewoonte de koning over allen is
3.3 Cultuurrelativisme bij Protagoras: ‘When in Rome, do as the Romans do’
3.4 Cultuurrelativisme bij Montaigne: de wens om bescheiden te zijn
3.5 Het cultuurrelativisme van William Graham Sumner: ‘Folkways always right’
3.6 Folkways als basis voor de moraal
3.7 Cultuurrelativisme bij Ruth Benedict: relativering van de betekenis van de westerse cultuur
3.8 Van culturele anthropologie naar ethiek. Moraal als ‘socially approved habits’
3.9 Cultuurrelativisme bij Edward Westermarck: moraal niets anders dan gevoelens
3.10 De aantrekkingskracht van het cultuurrelativisme. Westers chauvinisme à la Dickens en Kipling afgewezen
3.11 Waarom is het cultuurrelativisme zo verleidelijk?
3.12 Is het cultuurrelativisme bij nadere overweging overtuigend?
3.13 De opvatting van Dworkin over ‘kritische moraal’: moraal gaat tegen de cultuur in
3.14 De wijsgerige anthropologie van de cultureel anthropologen is enigszins naief
3.15 De cultuurrelativisten handelen niet volgens hun eigen theorie
3.16 Aan het cultuurrelativisme kleven nog enige praktische bezwaren
3.17 Universele waarden blijken toch onontbeerlijk
4 Is godsdienst een noodzakelijk fundament voor recht en moraal?
4.1 Ethiek als bevel van God en goden
4.2 Volgens Schopenhauer bestaat geen noodzakelijke band tussen godsdienst en moraal
4.3 De dood van God als morele ramp. Nietzsche’s dwaze man
4.4 Einstein’s onderscheid in drie soorten van religie
4.5 Einstein ziet een ontwikkeling van ‘angstreligie’ naar kosmische religiositeit
4.6 Bij Einstein wordt moraal van religiositeit gescheiden
4.7 Problemen met de theorie van het goddelijk bevel
4.8 De consequenties van de theïstische positie: uiteindelijk onhoudbaar
5 Is het natuurrecht óf het cultuurrecht een noodzakelijke basis voor het positieve recht?
5.1 Vijf kenmerken van natuurrecht
5.2 Het idealistisch denken als filosofische basis van de natuurrechtsleer: Plato
5.3 De bron van het natuurrecht: de natuur als teleologische orde
5.4 De mens als redelijk wezen: hij kan het natuurrecht kennen
5.5 De inhoud van het natuurrecht: het bestaat uit metafysische beginselen
5.6 De status van het natuurrecht: het heeft absolute gelding
5.7 De functie van het natuurrecht: een kritische toets
5.8 Bezwaren tegen het klassieke natuurrecht
5.9 Kelsen’s eerste bezwaar tegen het natuurrecht: de vermenging van ‘Sein’ en ‘Sollen’
5.10 Kelsen’s tweede bezwaar tegen het natuurrecht: het natuurrecht bestaat uit lege formules
5.11 Kelsen’s derde bezwaar tegen het natuurrecht: waardeoordelen zijn slechts uitingen van gevoelens
5.12 Kelsen’s bezwaren nader beschouwd
5.13 Zijn ‘Sein’ en ‘Sollen’ wel te scheiden?
5.14 Is het natuurrecht een vorm van moraal?
5.15 Het recht komt voort uit feitelijke regelmatigheden
5.16 Bestaat het natuurrecht inderdaad uit lege formules?
5.17 Is een alternatief ‘natuurrecht’ denkbaar dat niet wordt getroffen door Kelsen’s kritiek?
5.18 Een uitwerking van het cultuurrechtelijk perspectief: Perelman en Hayek. Van klassiek natuurrecht naar cultuurrecht
5.19 Friedrich Hayek over spontane ordeningen
5.20 De individuele rede is niet het keninstrument voor het natuurrecht: traditionalisme
5.21 Rechtsbeginselen en mensenrechten hanteren als toets voor het positieve recht?
5.22 Gustav Radbruch als bron van inspiratie voor een herleving van het natuurrecht
5.23 Volgens Hart wordt aan het rechtspositivisme door Radbruch geen recht gedaan
5.24 Lon Fuller zet de discussie met Hart voort
5.25 Eigen standpunt: de natuurrechtelijke inspiratie blijft overeind, het natuurrechtelijk antwoord niet
6 Kan men teveel rechten creëren?
6.1 De nomenclatuur van rechten
6.2 Twee soorten proliferatie: cultureel en juridisch
6.3 De derde generatie rechten van Karel Vasak
6.4 Bezwaren tegen de tweede en tegen de derde generatie rechten
6.6 Drie problemen met de proliferatie van constitutionele rechten
6.7 Het eerste probleem: proliferatie van hoger recht leidt tot botsing van rechten
6.8 Het tweede probleem: proliferatie van hoger recht leidt tot inflatie van hoger recht
6.9 Excursie: de vormen van menselijke bloei van Finnis
6.10 Excursie (vervolg): tot welke categorie goederen behoren de constitutionele rechten?
6.11 Het derde probleem: proliferatie van hoger recht leidt tot een vergroting van het democratisch deficiet
7 Moet de menselijke óf de dierlijke waardigheid de grondslag zijn voor hoger recht?
7.1 Jan Romein over menselijke waardigheid
7.2 Immanuel Kant over menselijke waardigheid
7.3 De invloed van Kant: de eerste grote verdediger van zedelijke autonomie
7.4 De schaduwzijden van de theorie van Kant: radicaal anthropocentrisme
7.5 Schopenhauer begint bij Kant
7.6 Het voluntarisme kan de kloof tussen mens en dier overbruggen
7.7 Twee punten van kritiek op Kant door Schopenhauer
7.8 De ‘empörende Roheit und Barbarei des Okzidents’. Schopenhauers pleidooi voor dierenrechten
7.9 De waarde van de filosofie van Schopenhauer voor een nieuwe ecologische ethiek
7.10 De notie van een ‘morele blinde vlek’
7.11 Slavernij: een morele blinde vlek van de ouden
7.12 Wreedheid bij de romeinen
7.13 Hoe komen we onze blinde vlekken op het spoor?
7.14 Vrouwen en dieren
7.15 Bentham en Jefferson
7.16 Can they suffer? Een paard wel, een garnaal niet
7.17 Peter Singer over de bevrijding van dieren
7.18 Tom Regan en de rechten van dieren
8. Geldt vrijheid van meningsuiting ook voor mensen in overheidsbetrekking?
8.1 Geldt vrijheid van meningsuiting voor bijzondere verhoudingen?
8.2 Een verbod op ambtelijke meningsuiting is impopulair
8.3 Vier strategieën ‘to have your cake and eat it’
8.4 De grondrechten vormen niet één blok
8.5 De doctrine: een pluriform beeld
8.6 De tekst van art. 10 EVRM
8.7 Tot een ‘ieder’ behoort niet de ambtenaar. De beperking ligt reeds in lid 1 van art. 10 ERVM
8.8 In Nederland is beperking van de ambtelijke uitingsvrijheid ‘bij de wet voorzien’
8.9 Het uitsluiten of beperken van ambtelijke uitingsvrijheid is noodzakelijk in een ‘democratische samenleving’
8.10 Waarom het geheel ontkennen van ambtelijke uitingsvrijheid en het radicaal beperken daarvan op bijna hetzelfde neerkomt
8.11 De zaak Engel: vrijheid van meningsuiting voor militairen?
8.12 De zaak Ahmed tegen het Verenigde Koninkrijk (1998): ambtelijke uitingsvrijheid wordt sterk beperkt
8.13 De Britse traditie van democratie: politieke neutraliteit van ambtenaren vereist
8.14 De maatregelen ter bescherming van de Britse democratie, zoals voorgesteld door de Widdicombe-commissie
8.15 Het oordeel van de Britse rechters: negatief voor klagers. Ambtelijke uitingsvrijheid niet erkend
8.16 De zaak van Ahmed c.s. voor het EHRM
8.17 De rechten van de klagers versus de rechten van politici en van het van het publiek op loyaliteit
8.18 Concurring opinion van rechter De Meyer: ambtelijke uitingsvrijheid als beginsel afgewezen
8.19 De geschiedenis van de discussie over politiek-ambtelijke verhoudingen
8.20 Weber en de parlementaire democratie
8.21 De implicaties van de ministeriële verantwoordelijkheid
8.22 Is het model van Weber verouderd?
8.23 Het Algemeen Verlicht Gevoel versus Weber
8.24 Eichmann als sleutel tot de chaotisering van het Openbaar Bestuur
8.25 Eichmann als de gewone burger: ‘Befehle-empfänger’
8.26 Het einde van de ambtenaar van Weber
8.27 De gevolgen van ‘Ich habe gehorcht’ voor de jaren zestig
8.28 Is gezag altijd verkeerd?
9 Moeten wij ijveren voor de wereldwijde afschaffing van de doodstraf?
9.1 ‘De mensenrechten’ als grondslag van buitenlands beleid
9.2 Is het opleggen van de doodstraf een schending van de rechten van de mens?
9.3 Eerste orde-argumentaties en tweede orde-argumentaties
9.4 Een gesprek tussen de Nederlandse premier en de minister van buitenlandse zaken van China
9.5 Na wat koetjes en kalfjes komt het gesprek op gang
9.6 De argumenten voor de afschaffing van de doodstraf en het grondwettelijk verbod daarop: 1870 en 1983
9.7 Het abolitionisme is in strijd met het recht op leven
9.8 Wij achten de doodstraf niet nodig
9.9 Is de doodstraf een vorm van onbeschaafde wraak? Misschien, maar so what?
9.10 Mogen wij de doodstraf de beul wel aandoen?
9.11 Een tussenbalans: niet zij, maar wij zouden wel eens kunnen worden bekeerd
9.12 Drie houdingen tegenover ideële export
10 Van God naar het Volk: de overgang van de premoderne naar de moderne tijd
10.1 Het premoderne wereldbeeld van macht en recht: een politiek-theologische constructie
10.2 Claude Lefort over het politieke
10.3 Drie fasen in de ontwikkeling van de middeleeuwse politieke theologie volgens E.H. Kantorowicz
10.4 Intermezzo: het monotheïsme als politiek probleem geïllustreerd aan de ideeën van Carl Schmitt
10.5 Wie seculariseerde het politieke? Mohammedaanse Rousseau versus Christus
10.6 Transitie van de Middeleeuwen naar de moderne tijd
10.7 De moderne tijd: Descartes
10.8 Religieuze en juridische hervormingen en het Verlichtingstijdperk
10.9 Wat is Verlichting?
11 De klassieke grondslagen van het moderne recht: Het totalitarisme en de moderne democratie
11.1 De klassieke grondslagen van het moderne recht: contractdenkers
11.2 Revolutie: de juridische en politieke receptie van de moderne tijd
11.3 De moderne democratie en het totalitarisme
11.4 Claude Lefort over het totalitarisme
11.5 Terreur en totalitair leiderschap
11.6 De totalitaire strijd tegen waarheid en geweten: Georganiseerde vergetelheid
11.7 Terreur, de totalitaire afgrond: de verwerkelijking van de geschiedenis
11.8 Tot slot: de rechten van de mens
Verschijningsvorm: Digitale uitgaven (download pdf)
Auteur(s): P.B. Cliteur, A. Ellian
1e druk 2005
Verschijningsdatum: 16-08-2005
ISBN: 9789069165431
Pagina's: 358
10 EVRM Bentham Carl Schmitt Classical Legal Doctrine Claude Lefort Critical Legal Studies culturele anthropologie cultuurrelativisme De Meyer Descartes Dickens doodstraf Dworkin E.H. Kantorowicz Edward Westermarck Eichmann Einstein ethiek Folkways Fuller Hart Hayek Hercules Jefferson Kant Kelsen Kipling Montaigne natuurrecht Perelman Plato Posner Protagoras Radbruch rechtseconomie Regan Rousseau Ruth Benedict Scalia Schopenhauer Singer Vasak Verlichting voluntarisme Weber William Graham Sumner
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen