Bank en het kredietverkeer: het onzekere voor het zekere nemen
Meerdere strategische procedures voor de Hoge Raad hebben ervoor gezorgd dat bij zakelijke kredietverlening de positie van Nederlandse banken zo sterk is dat zij in de meeste gevallen een zekerheidsrecht hebben op alle vermogensbestanddelen van de debiteur. Een praktisch argument speelt voor de Hoge Raad een belangrijke rol om hierin mee te gaan. Hij meent dat de ijzersterke positie van de bank in het belang is van een vlot functionerend kredietverkeer. De auteurs onderzoeken het waarheidsgehalte van deze stelling. Zij komen tot de conclusie dat zij als uitgangspunt voor toekomstige jurisprudentie niet langer voldoet.
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen