wet in formele zin

Toont alle 9 resultaten

Advies van de Commissie voor de Toetsing van Wetgevingsprojecten over wetsprocedure

A. van Veen

Sinds 1848 is de formele wetsprocedure globaal hetzelfde gebleven. Steeds luider klinkt de kritiek dat dit wetgevingsmechanisme van 'regering en Staten-Generaal gezamenlijk' traag en inefficiënt zou zijn. Eind 1992 bracht de Commissie-Kortmann een uitgebreid rapport uit over de formele wetsprocedure. In dit artikel volgt een bespreking van dit rapport.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1993
AA19930563

Constitutionele toetsing in internationaal perspectief

L.F.M. Besselink

In deze eerste bijdrage van de Rode draad 'Constitutionele toestsing' wordt het Nederlandse toetsingsverbod van art. 120 Gw vergeleken met soortgelijke en andere wijzen van toetsing in andere landen.

Overig | Rode draad | Constitutionele toetsing
februari 2003
AA20030088

De Harmonisatiewet: onschendbaarheid van de wet en schendbaarheid van het rechtszekerheidsbeginsel

E.M.H. Hirsch Ballin

Hoge Raad 14 april 1989, nr. 13 822, ECLI:NL:HR:1989:AD5725 (Harmonisatiewet-arrest) In deze noot staat het Harmonisatiewet-arrest van de Hoge Raad centraal waarin de kwam tot de volgende oordelen: Afwijzing van toetsing van wetgeving in formele zin aan fundamentele rechtsbeginselen en aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Plaats van de rechter in het staatsbestel. Verhouding tot contra legem-jurisprudentie. In de noot wordt hier dieper op ingegaan. Ook komen de procedurele implicaties hier uitvoerig aan bod.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1989
AA19890578

De Raad van State voorbij…?

W.M.T. Keukens, I. de Wilde

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de advisering van de Raad van State bij de totstandkoming van wetten. Is een nieuw advies nodig bij een wijziging van het wetsvoorstel en beslist dit?

Opinie | Redactioneel
mei 2005
AA20050319

De Tachtigers in het recht: het Meerenberg arrest

W.J.M. Voermans

In dit deel behorend bij de rode draad 'Canon van het Recht' worden de achtergronden en betekenis van het Meerenberg-arrest geschetst. In dit arrest uit 1879 komt naar voren dat Nederland een rechtsstaat is en wordt door de Hoge Raad duidelijk beslist dat een zelfstandige AMvB geen strafbepalingen kan bevatten.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
september 2009
AA20090597

Harmonisatiewet Hoger Onderwijs: een dikke onvoldoende

A. Derks, M.T.J.P. van Oers

In dit artikel wordt ingegaan op de wetsvoorstel Harmonisatiewet hoger onderwijs. Deze wet ondervond eind jaren ´80. In het artikel wordt de voorgestelde regeling besproken en wordt deze in het licht bezien van het internationaal recht en algemene rechtsbeginselen. Verder komen de mogelijkheden aan de orde op welke wijze de rechter zou kunnen ingrijpen tegen een wet en de Harmonisatiewet in het bijzonder. Tenslotte worden er enkele wijzigingsvoorstellen gedaan.

Verdieping | Studentartikel
mei 1988
AA19880292

Naar een schendbare Wet?

W. van Boven

Het zogenaamde Harmonisatiewet-vonnis van de president van de Haagse rechtbank van 11 augustus 1988 en het daarop betrekking hebbende arrest van de Hoge Raad van 14 april 1989 zorgden voor veel beroering onder de staatsrechtsgeleerden. Een discussiepunt vormde de vraag of het toetsingsverbod van art. 120 Grondwet (de rechter mag de wet in formele zin niet aan de Grondwet toetsen) nog wel diende te worden gehandhaafd. Er heeft zich de laatste jaren een aantal juridische en politieke ontwikkelingen voorgedaan die de onschendbaarheid van de wet niet meer zo vanzelfsprekend maken.

Verdieping | Studentartikel
maart 1990
AA19900143

Nawoord op bovenstaande reactie

J. Bokma

Nawoord bij een reactie over de aanvaardbaarheid en definitie van de novelle die in de Eerste Kamer wel wordt gebruikt om wetgeving aangepast te krijgen.

Opinie | Reactie/nawoord
maart 1991
AA19910230

Novelle: een reactie

H. Bevers

Reactie op een in het katern van september 1990 verschenen stuk over de novelle. In deze reactie gaat de auteur in op de toelaatbaarheid van de novelle bij wetgeving en de definitie ervan.

Opinie | Reactie/nawoord
maart 1991
AA19910228

Toont alle 9 resultaten