A. van Hall
Deze beschouwing behandelt de bestuurlijke organisatie rond de overheden die belast zijn met de zorg voor de waterstaat, en de regelgeving die daarop betrekking heeft. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de waterstaatszorg zijn toebedeeld aan zowel instellingen van algemeen bestuur (rijk, provincies, gemeenten) als van functioneel bestuur, te weten de waterschappen. Nadat op hoofdlijnen de regelgeving omtrent de takverdeling is geschetst, vindt een verdieping plaats naar een -ook internationaal bezien- vrij uniek overheidslichaam: het waterschap als doelcorporatie, belast met het beheer van watersystemen. De specifieke inspanningen van waterschappen zijn gericht op de waterkeringen en op de oppervlaktewater- en grondwatervoorkomens. Zowel in de uitvoering van die beheerstaak als in de bestuurlijk organisatie van waterbeheer ligt besloten, dat er talrijke verbanden zijn aan te wijzen tussen waterschappen en mede-overheden. Dat geldt binnen het waterbeheer en ten opzichte van aanpalende beleidsterreinen als ruimtelijke ordening, milieu, natuur en landschap en der vervoersinfrastructuur. Kortom: wie doet wat? En vervolgens: wat zijn de te verwachten ontwikkelingen ten aanzien van het nationale en regionale waterbeheer, voorzover het de bestuurlijke aansturing betreft?
Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990333