I. Giesen, H.N. Schelhaas
Rechtsvorming in Nederland is grotendeels afhankelijk van toeval. Wil de wetgever optreden of niet? Is een procespartij voldoende strijdvaardig om de Hoge Raad in te roepen of niet? Bovendien is de onderlinge verhouding tussen de belangrijkste rechtsvormers (wetgever en Hoge Raad) op zijn minst ondoorzichtig: wie heeft voorrang, wie krijgt voorrang en waarom? In deze bijdrage wordt het spanningsveld tussen de rechtsvormers belicht. Het blijkt dat wetgever en Hoge Raad elkaar steeds dichter naderen. Daarom wordt in deze bijdrage voorgesteld een overlegorgaan tussen beide rechtsvormers op te richten. Dit Periodiek Overleg van Rechtsvormers (POR) moet problemen in de rechtsvorming het hoofd bieden. De taken, bevoegdheden, procedures, et cetera van dat instituut worden in de onderstaande bijdrage geschetst.
Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2006
AA20060159