verdovende middelen

Toont alle 2 resultaten

Eliminatie door harmonisatie; Nederlands strafrecht na 1990

C.F. Rüter

Onze strafrechtspleging verschilt niet onaanzienlijk van die in de meeste andere landen in de Europese Gemeenschap. Nu in het zicht van de opheffing van de grenscontroles op allerlei gebieden de nationale regels worden geharmoniseerd, doemt de vraag op, wat dat voor onze strafrechtspleging te betekenen heeft. Daarover gaat dit artikel. Het in 1985 door de Europese Commissie opgestelde Witboek bevat, wat het strafrecht betreft, een nogal bescheiden ogende catalogus van maatregelen. De Commissie acht harmonisatie van de wetgeving op slechts drie terreinen noodzakelijk: wapens, verdovende middelen en uitlevering. Als dan nog de samenwerking tussen de nationale politiekorpsen verbeterd en de controle aan de buitengrenzen versterkt is, kan, zo meent de Commissie, de personencontrole aan de binnengrenzen wel worden opgeheven. Over de vraag, hoever de harmonisatie en samenwerking gaan, zwijgt het Witboek. De onderhandelingen over 'Schengen' kunnen ons daarvan echter een voorproefje geven.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890522

Nederland is geen narcostaat: over de (on)zin van een omstreden concept

Reactie op: Sven Brinkhoff, ‘Nederland Narcostaat 2.0’ (Ars Aequi juni 2022)

D.A.G. van Toor

Onlangs werd Nederland als narcostaat gecategoriseerd, op basis van een nieuwe definitie. In Nederland zou sprake zijn van grootschalige productie en doorvoer van verdovende middelen, zou door drugscriminelen nietsontziend geweld worden gebruikt en veel door drugshandel verkregen geld worden witgewassen. In deze bijdrage worden zowel de definitie van narcostaat als de toepassing ervan kritisch besproken.

Opinie | Reactie/nawoord
november 2022
AA20220896

Toont alle 2 resultaten