unierecht

Straffe desinformatiewetgeving? Bedenkingen vanuit Franse en Europese Unie-wetgeving

M. Klos, I.D. Siegel

Post thumbnail Moet in Nederland desinformatie strafbaar worden gesteld? In dit artikel wordt gekeken wat de laatste ontwikkelingen zijn van desinformatieregulering op het niveau van de Europese Unie. Daarnaast wordt gekeken naar Franse wetgeving omtrent desinformatie en wordt belicht hoe de rol van de rechter daarin uiteindelijk zeer beperkt is omwille van de vrijheid van meningsuiting. Ten slotte wordt gewaarschuwd tegen een expliciete strafbaarstelling van desinformatie, bekeken vanuit de soft-lawaanpak van de EU en de hardere juridische aanpak van Frankrijk.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240682

Verhuuranalogie (on)houdbaar?

M. Albers

Bij de heffing van omzetbelasting heeft de wetgever ervoor gekozen om bepaalde (rechts)handelingen aan te merken als verhuur van onroerende zaken, die civielrechtelijk niet als zodanig worden geduid. Een en ander speelt in belangrijke mate bij de beperkt zakelijke rechten, zijnde het recht van erfpacht, het recht van opstal en de erfdienstbaarheid. In het onderzoek dat heeft geleid tot mijn proefschrift heb ik uitgebreid stilgestaan bij de hiervoor bedoelde verhuuranalogie. In onderstaande bijdrage zal ik enige conclusies bespreken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2017
AA20170854

Wettelijke aansprakelijkheidsbeperking AFM en DNB strijdig met Unierecht?

D. Busch, S.A.M. Keunen

Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) 4 oktober 2018, ECLI:EU:C:2018:807 (Nikolay Kantarev/Balgarska Narodna Banka) Artikel 1:25d Wft beperkt de aansprakelijkheid van onze financiële toezichthouders AFM en DNB tot gevallen waarin de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of grove schuld. Gaat dit verder dan de ‘voldoende gekwalificeerde schending’ die het Unierecht als voorwaarde voor lidstaataansprakelijkheid stelt? De thans ter bespreking voorliggende uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie is voor de beantwoording van deze vraag van rechtstreeks belang.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2019
AA20190059