Resultaat 1–12 van de 15 resultaten wordt getoond
W. Sorgdrager
Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2020AA20200874
O. van Klinken, O. van der Linden
In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de tendensen die leven in verschillende Europese landen om cassatie aan banden te leggen door middel van een verlofsysteem of boetesysteem bij misbruik van procesrecht. De redacteuren achten dit laatste in Nederland alleen mogelijk als de rechter de opgelegde boete moet motiveren. De redacteuren tekenen daar vervolgens bij aan dat dit in wezen weer een verzwaring van de werklast is.
Opinie | Redactioneelnovember 1991AA19910954
O.W.J. Schotel
Een kennismaking met en spoorboekje voor het Nederlands internationaal burgerlijk procesrecht, geschreven voor studenten en praktijkjuristen die snel willen weten wat de hoofdlijnen zijn en op welke plekken zij verder moeten zoeken voor verdere achtergrond.
9789493333345 - 22-08-2024
M.J. De Boeck, L.G.L. Hartman-Ohnesorge
De afgelopen jaren gaat in toenemende mate aandacht uit naar de begrijpelijkheid van rechterlijke uitspraken. Een rechterlijke uitspraak dient enerzijds juridisch precies en goed gemotiveerd te zijn, maar moet anderzijds ook begrijpelijk zijn voor de (laaggeletterde) lezer. In dit redactioneel plaatsen de auteurs vraagtekens bij de reeds bestaande projecten ten behoeve van begrijpelijkheid. Zij wijzen op het uiteenlopende lezerspubliek van een rechterlijke uitspraak en komen met een voorstel waarmee aan de behoeften van alle lezers kan worden voldaan.
Opinie | Redactioneeloktober 2022AA20220731
A.F.M. Brenninkmeijer
Het recht op toegang tot de rechter vormt een hoeksteen van de democratische rechtsstaat. Hoe heeft het recht op toegang tot de rechter zich in de Nederlandse rechtsorde ontwikkeld? Wat is de plaats van de rechter in onze constitutionele rechtsorde? En wat is de ideale vormgeving van effectieve rechtsbescherming tegen de overheid? Staat de toegang tot de rechter daarbij centraal?
Literatuur | Voortschrijdend inzichtdecember 2019AA20191034
juni 2003
E.H. Hondius
juni 2006
R.J.C. Flach
R.J.N. Schlössels
In deze bijdrage bij de 'Canon van het recht' bespreekt de auteur de de uitkomsten van de discussie tussen Struycken en Loeff aan het begin van de vorige eeuw over de invoering van algemene bestuursrechtspraak in Nederland. In het artikel komen kort de argumenten van beide heren over al dan niet invoering hiervan aan de orde. Aan het einde bespreekt de auteur het ongelijk van beiden aan de hand van het stelsel van de invulling van de hedendaagse bestuursrechtspraak.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtoktober 2009AA20090686
E.E. Nauta, T.A. van Polanen
De minister voor Rechtsbescherming is voornemens de rechtsbijstand ingrijpend te wijzigen. Het gevolg is dat deze publieke voorziening (nog) verder wordt uitgekleed. Dit voornemen van de minister past in een bredere beleidstendens. De overheid heeft de laatste tijd namelijk meer maatregelen genomen waardoor de toegang tot het recht wordt bemoeilijkt. De auteurs pleiten voor een koerswijziging. De toegang tot het recht moet weer een speerpunt worden van het overheidsbeleid.
Opinie | Redactioneelseptember 2019AA20190627
R.J.B. Schutgens
Hoge Raad 17 juni 2011, nr. 10/03626, ECLI:NL:HR:2011:BQ2302, LJN: BQ2302, NJ 2011, 450, AB 2012, 78
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2012AA20120928
L. Roorda
Opinie | Amuseoktober 2017AA20170774
J. Riphagen
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 3 april 1990, (Cras, Hugenholtz, Spaas) Deze uitspraak van de CRvB laat duidelijk zien dat artikel 6 EVRM ook betekenis heeft voor het sociaal verzekeringsrecht. Het administratieve rechtsverkeer tussen uitvoeringsorganen en verzekerden valt als zodanig echter niet direct onder art. 6 EVRM. Wel volgt uit artikel 6 dat een uitvoeringsorgaan de gang tot de rechter niet duidelijk mag beperken of belemmeren.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1990AA19900851