openlijke geweldpleging

Toont alle 5 resultaten

Bosgevechten in de hooliganscene

Een verkenning van de rol van het strafrecht bij bosgevechten

B. Groothoff, C.J.J. Visser

Post thumbnail In dit artikel gaan wij in op bosgevechten in de hooliganscene. Bosgevechten kenmerken zich door de afgelegen locaties, spelregels omtrent de wijze waarop het gevecht plaatsvindt en een lage aangiftebereidheid bij de deelnemers. In het artikel gaan we in op de vraag aan welke strafbare feiten deelnemers aan bosgevechten zich schuldig maken. Tevens analyseren we aan de hand van traditionele strafdoelen of een strafrechtelijke aanpak van bosgevechten een hogere prioriteit verdient.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2024
AA20240413

Drillrap en strafrecht: mogelijkheden en grenzen

S.R. Bakker, N. Bosma, B. Groothoff

Post thumbnail Het Nederlandse strafrecht heeft kennisgemaakt met drillrap. Het beoordelen van gedragingen die plaatsvinden in de drillrapscene is niet altijd even eenvoudig. Zo rijst onder andere de vraag van welk strafbaar feit sprake kan zijn, alsmede hoe strafrechtelijk optreden zich verhoudt tot het recht op artistieke expressie van drillrappers en erkende strafdoelen. In deze bijdrage wordt verkend wat de strafrechtelijke mogelijkheden en grenzen zijn bij de aanpak en sanctionering van gedragingen die zijn verricht in het kader van drillrap en de drillrapcultuur.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2022
AA20220441

juni 2000

Katern 75: Straf(proces)recht

C.M. Pelser

Openlijke geweldpleging

J.M. ten Voorde

Hoge Raad 3 juli 2018, nr. 16/03539, ECLI:​NL:​HR:​2018:​1008, NJ 2018/436, m.nt. N. Rozemond

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2019
AA20190135

Voetbalvandalisme: over de juridische aanpak van een maatschappelijk probleem

D.A. Groenewoud, B. Groothoff

Voetbalvandalisme vormt meer dan ooit een maatschappelijk probleem. In dit redactioneel wordt de vraag opgeworpen of bij de aanpak van dit probleem het bestaande juridische gereedschap volstaat of dat het aanscherping of uitbreiding verdient. De auteurs bezien het instrumentarium achtereenvolgens vanuit een strafrechtelijk, civielrechtelijk en bestuursrechtelijk perspectief en concluderen daarna dat de zere plek bij de uitvoering ligt.

Opinie | Redactioneel
december 2022
AA20220939

Toont alle 5 resultaten