Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond
J.C.W. Gooren
Op 16 februari 2016 promoveerde Juul Gooren aan de Universiteit Leiden op zijn proefschrift Een overheid op drift. De strafrechtelijke beheersing van jongeren. Promotoren waren prof.dr.mr. L.M. Moerings en prof.dr. R. van Swaaningen. In dit artikel vertelt hij waar zijn stellingen in de kern op neerkomen.
Literatuur | Proefschriftbijdragejuni 2016AA20160473
M.T. Beumers, K.A.M. van Vught
Opinie | Redactioneelnovember 2016AA20160803
J. van Rijn van Alkemade
In dit artikel wordt ingegaan op een tweetal verdragen uit 1980, geldend in Nederland vanaf 1990, die ingaan op de burgerrechtelijke aspecten van ontvoeringen van kinderen. In dit artikel komt naast de totstandkoming van de verdragen ook de werking van de verdragen en de uitvoering ervan in Nederland door middel van Nederlandse wetten aan de orde.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1990AA19900544
A.C. Hendriks
Diverse personen wensen hun leven met behulp van een medisch deskundige eerder te (laten) beëindigen. In Nederland kan dat onder bepaalde voorwaarden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) biedt artsen duidelijkheid over wat hen in dergelijke situaties is toegestaan. Artsen hoeven bij naleving van de wettelijke zorgvuldigheidseisen niet te vrezen voor strafrechtelijke vervolging dankzij een bijzondere strafuitsluitingsgrond in het Wetboek van Strafrecht. Deze strafuitsluiting geldt volgens de wet alleen voor levensbeëindiging van personen van 12 jaar en ouder. Buiten de wet om bestaat er in uitzonderlijke situaties de mogelijkheid het leven van een pasgeborene (tot 1 jaar) te beëindigen. Is het inmiddels tijd om het leven van kinderen tussen de 1 en 12 jaar in voorkomende gevallen ook te kunnen beëindigen zonder dat de arts strafrechtelijk wordt vervolgd? Een analyse en een voorstel voor een antwoord op deze vraag.
Verdieping | Verdiepend artikelmaart 2024AA20240211
T. Schiphof
Artikel waarin de zelfregulering ten aanzien van bescherming van minderjarigen tegen mogelijk schadelijke televisie en computergames wordt besproken. Eerst wordt behandeld waar de zelfregulering uit bestaat waarna de NICAM en de door deze organisatie gemaakte 'Kijkwijzer' wordt besproken. Daarna komt de mate van gebondenheid aan de orde alsmede de handhaving door het strafrecht.
Verdieping | Studentartikelnovember 2009AA20090722
G.C.A.M. Ruitenberg
Kinderen verdienen bijzondere bescherming. Dat geldt ook voor kinderen die betrokken zijn bij (echt)scheidingen. Voor hun positie is veel aandacht en er zijn allerlei plannen ontwikkeld om deze te verbeteren. Betekent dit dat kinderen nu voldoende worden beschermd? Of valt op dit punt nog een wereld te winnen?
Rode draad | Beschermenswaardige partijenjuni 2020AA20200614
I. Giesen, A.J. Verheij
In dit artikel wordt het medio 1994 ingediende wetsvoorstel dat medevoogdij en gezamenlijke voogdij regelt besproken. Aan de orde komen de achtergronden en worden de beide vormen van voogdij uitvoerig besproken.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingfebruari 1995AA19950113
M. de Langen
In deze bijdrage zal een beeld geschetst worden van de ontwikkeling in het denken over de positie van kinderen in het recht gedurende de laatste eeuw. Onder andere komen de kinderwetten van rond 1900 aan de orde, het belang van het kind en de betekenis van mensenrechten voor kinderen. Van belang zijnde jurisprudentie en wetsvoorstellen worden ook besproken.
Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het rechtmaart 1991AA19910213
J.H. de Graaf, C. Mak, F.K. van Wijk
Hoe autonoom kunnen en mogen kinderen zijn en in hoeverre zijn zij zelf in staat beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te dragen en hoe dient de autonomie van de minderjarige in het recht gerespecteerd te worden?
9789069167053 - 03-09-2010
Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2013 nr. 100
Noot: C.A.F.M. Grütters
22-10-2013 Rechtbank 's-Gravenhage (ECLI:NL:RBDHA:2013:14096) zaaknummer: AWB 13/18834
Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2013 nr. 25
Noot: M.C. Stronks
01-10-2013 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2013:1417) zaaknummer: 201204358/1/V3