Kinderbescherming

Toont alle 10 resultaten

De rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken

Interview met Prof.dr. G.P. Hoefnagels

J.A. van de Hel, I. de Wilde

Prof.dr. G.P Hoefnagels (1927) is emeritus hoogleraar Criminologie, Familie- en Jeugdrecht en scheidingsbemiddelaar. Hij studeerde rechten en psychologie. Hij was van 1950-1954 officier bij de Krijgsraad, van 1954 tot 1956 werkzaam bij de Voogdijraad, daarna research fellow bij de University of California en hoofd onderzoek strafrecht en criminologie(UvA). Van 1969 tot 1992 was hij hoogleraar Criminologie, Familie-en jeugdrecht aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en van 1987 tot 1995 lid van de Eerste Kamer. Peter Hoefnagels staat onder meer bekend om zijn kritische kanttekeningen bij de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken. Hij promoveerde op een handleiding voor rapportage van de Raad en beschreef een methode voor rapportage. Hij was voorzitter van een ministeriële commissie voor een nieuwe organisatie van de jeugdzorg. Nog steeds analyseert en bekritiseert hij raadsrapportages in zijn expertises voor rechtbanken en hoven. Peter Hoefnagels was in 1974 de ontdekker en eerste beoefenaar van scheidingsbemiddeling in Nederland. In zijn methodische scheidingsbemiddeling, beschreven in zijn Handboek Scheidingsbemiddeling, spelen kardinale fasen en uitgangspunten van het juridisch en het psychologisch proces van scheiden, zoals de scheidingsmelding, het ‘paraplugesprek’en de ‘paradoxale toewijzing’ een belangrijke rol. Hij publiceerde veel over bovengenoemde onderwerpen, waaronder het Handboek Scheidingsbemiddeling. Mediation als methode van rechten psychologie. Zijn ideeën vinden hun weerslag in de scheidingsbemiddelingspraktijk en spelen een belangrijke rol in de huidige discussie rond de aanpassing van het Nederlandse scheidingsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050833

De uithuisplaatsing van pasgeborenen: is de Nederlandse praktijk houdbaar?

S.B. Boekema

Post thumbnail De uithuisplaatsing van een pasgeboren kind is een vergaande en ingrijpende maatregel. Desondanks vinden in Nederland regelmatig zogenaamde ‘uitbuikplaatsingen’ plaats. Deze kinderbeschermings­maatregel is niet vrij van kritiek en ook het EHRM is streng ten aanzien van dit onderwerp. In dit artikel wordt bekeken hoe de uithuisplaatsing van pasgeborenen in Nederland juridisch wordt onderbouwd en in hoeverre dit aansluit op de jurisprudentie van het EHRM.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2021
AA20210822

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk gehandicapten. Een nieuwe maatregel van kinderbescherming?

P. Vlaardingerbroek

In deze bijdrage wordt stil gestaan bij de lastige vraag hoe men dient om te gaan met verstandelijk gehandicapte personen met een kinderwens of met mensen die al eerder kinderen hebben gehad en waarbij gebleken is dat zij aantoonbaar niet in staat zijn om goed voor die kinderen te zorgen en hen de kinderen ontnomen zijn via een ontheffings- of ontzettingsmaatregel of als zij een eerder kind gedood hebben. Betoogd wordt dat in die discussie het belang van het (ook toekomstige) kind boven het belang van de aspirant-ouders dient te worden gesteld en dat het belangrijk is dat een publieke discussie ontstaat over de anticonceptiemaatregel als een vorm van een (preventieve) kinderbeschermingsmaatregel.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2007
AA20070589

Jeugdzorg als mensenrecht

S. Meuwese

Kinderen en jongeren met problemen en die in de problemen zitten hebben recht op hulp. Ja, toch? Maar is dat jeugdzorg-recht nu ook een mensenrecht, een basaal recht voor alle jeugdigen? En de ouders van deze jongeren dan; hebben die ook recht op steun en hulp bij het opvoeden van kinderen? Is opvoedhulp dan ook een mensenrecht? En geldt die opvoedhulp dan voor het opvoeden van alle kinderen, de kinderen met en zonder problemen? Wanneer gaat hulp over in aantasting van de privacy, want dat is toch ook een mensenrecht? 100 jaar geleden werden de eerste versies van de kinderbeschermingswetten aangenomen door het parlement. Er is veel veranderd in de loop van de 20ste eeuw in de manier waarop kinderen worden opgevoed. Maar vragen over recht en hulp en het onderling verband tussen beide begrippen staan nog steeds volop ter discussie, nu vooral vanuit het perspectief van de mensenrechten. Er ligt sinds 30 maart 2001 een voorontwerp van een Wet op de Jeugdzorg op tafel, waarin het recht op jeugdzorg onder allerlei voorwaarden en beperkingen erkend wordt.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2002
AA20020022

maart 1989

Katern 30: Internationaal privaatrecht

D. Kokkini-Iatridou

december 1993

Katern 49: Jeugdrecht

J.H. de Graaf

september 2001

Katern 80: Internationaal privaatrecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

Naar een kinderombudsman

S. Meuwese

Een ombudsman voor kinderen? Hebben die Nederlandse kinderen nu nooit genoeg? Er is al een jeugdjournaal. Een kindertelefoon. Iedere school in het voortgezet onderwijs moet een leerlingenstatuut hebben, iedere jeugdgevangenis zijn commissie van toezicht. Op VWS zit een staatssecretaris die het jeugdbeleid zegt te coördineren. De jeugdpolitie komt weer terug. En dan zijn er nog de kinderrechter, de raad voor de kinderbescherming, bureau jeugdzorg, de kinderrechtswinkel en hetKinderrechtencollectief. En ook nog de Afdeling Jeugdbescherming van de Raad voor Strafrechtstoepassingen Jeugdbescherming. Jammer, het project Lokaal Jeugdbeleid bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is net opgeheven, maar veel gemeenten gaan door hun eigen jeugdbeleid te maken. En Defence for Children International heeft net zijn nieuwe bijzonder hoogleraar kin-derrechten aan de VU, in Genève zetelt het VN-Comité voor de Rechten van het Kind en we heb-bennet de VN-Kindertop in New York gehad. En nu ook nog een kinderombudsman voor kinderen in Nederland?

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2003
AA20030282

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie in verband met adoptie door echtgenoten van gelijk geslacht tezamen

L. Hoppe

In dit artikel wordt ingegaan op de wijzigingen van Boek 1 BW die sinds 1 januari 2009 inwerking zijn getreden daar waar het de adoptie van buitenlandse kinderen betreft door personen van gelijk geslacht. De wet geeft de volgende veranderingen: het wordt mogelijk voor echtparen van gelijk geslacht om buitenlandse kinderen te adopteren, de adoptieprocedure wordt verkort, de versoepeling van de voorwaarden voor adoptie van een door natuurlijke bevruchting geboren kind binnen de relatie van de moeder. In dit artikel wordt ingegaan op de achtergronden van de wetswijziging, wordt de regeling en de veranderingen uitvoerig besproken. Ook komt de parlementaire behandeling aan bod.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 2009
AA20090191

Zorg om de jeugdzorg; kinderrechters aan zet

Toont alle 10 resultaten