IPR

Resultaat 13–20 van de 20 resultaten wordt getoond

juni 1993

Katern 47: Handels- en faillissementsrecht

M.W.E. Koopmann

september 1999

Katern 72: Consumentenrecht

E.H. Hondius

juni 2000

Katern 75: Vervoersrecht

J.W.L.M. ten Braak

december 2002

Katern 85: Internationaal privaatrecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

Nawoord op de reaktie van J.W. Bellingwout

P. Roos

Reactie van P. Roos op de door J.W. Bellingwout geuite kritiek op zijn artikel aangaande het Europees vennootschapsrecht.

Opinie | Reactie/nawoord
september 1989
AA19890753

Over een vonnis dat vastzat in de Russische pijplijn

A.A.H. van Hoek

Hoge Raad 26 september 2014, nr. 13/04272, ECLI:NL:HR:2014:2838, JIN 2014/197 m.nt. M. Teekens; JOR 2014/350 m.nt. C.G. van der Plas (Gazprombank/Bensadon)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150502

Veelheid van rechtsbronnen: één IPR?

A.V.M. Struycken

Het recht verdraagt geen wanorde. Wanordelijk recht schiet tekort in het doen ontstaan en voortbestaan van gerechtigheid in de maatschappelijke verhoudingen. De redactiecommissie van dit Bijzonder nummer ziet een probleem ontstaan; zij vindt het althans van belang zich de vraag te stellen of de harmonie in het recht heden ten dage kan worden behouden bij de veelheid en de betekenis van de niet-Nederlandse rechtsbronnen. In het onderstaande wordt gepoogd enige gedachten te ontwikkelen over de wijze waarop de wetgever bij voorkeur te werk zou moeten gaan in de sector internationaal privaatrecht (IPR). Eerst wordt ingegaan op de vraag waar de Nederlandse wetgever de wettelijke voorschriften van IPR bij voorkeur zou moeten onderbrengen (I). Vervolgens komt aan de orde de vraag hoe verdragsregels en EG-voorschriften zouden moeten worden ingepast (II).

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960347

Zwevende zetels

G. van Solinge

Post thumbnail In het digitale tijdperk zullen ondernemingen steeds vaker volledig virtueel zijn. Betekent het ontbreken van een fysieke vestiging dat ook een juridische woonplaats niet langer nodig is? Onlangs heeft de Europese Commissie dit proefballonnetje opgelaten. Deze amuse gaat over de internationaal¬privaatrechtelijke vragen die hierbij opkomen. Hoe moet worden vastgesteld welk recht van toepassing is op een rechtspersoon die ‘in the cloud’ woont? En welke rechter is bevoegd te oordelen over geschillen omtrent rechtspersonen met een zwevende zetel?

Opinie | Amuse
januari 2023
AA20230006

Resultaat 13–20 van de 20 resultaten wordt getoond