herziening

Resultaat 1–12 van de 19 resultaten wordt getoond

10 jaar bedenktijd

10 jaar bedenktijd

S.B.

In deze column wordt kort ingegaan op de herziening van de regels rondom de koopovereenkomst, in het bijzonder die van onroerende zaken.

Opinie | Column
april 2003
AA20030249

Congresverslag; Herziening van de grondslagen van het Wetboek van Strafrecht

F.G.H. Kristen, M. Thöenes, A. van Veen

Hedendaagse ontwikkelingen hebben meer en meer hun weerslag op de criminaliteit en de bestrijding daarvan. Centrale plaats in het (materiële) strafrecht wordt nog altijd ingenomen door het Wetboek van Strafrecht. Het huidig Wetboek dateert evenwel van 1886. Nu, meer dan een eeuw nadat het Wetboek tot stand is gekomen, doen technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen rijzen als: is ons Wetboek verouderd? Moet het herzien worden? En, zo ja, hoe moet een dergelijke 'herijking' gestalte krijgen; integraal of middels partiële aanpassingen? Dergelijke vragen stonden centraal bij het door de Nijmeegse Criminologische Strafrechtelijke Vereniging 'Dr. Nico Muller' georganiseerde congres 'Herziening van de grondslagen van het Wetboek van Strafrecht?' d.d. 16 december 1994. Hieronder volgt een verslag.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950474

De controlerende functie van de Hoge Raad bij het redresseren van rechterlijke dwalingen: de strafrechtelijke revisie in rechtsbeschermend perspectief: een vervolg

G.G.J. Knoops

Hoge Raad 25 januari 2005, nr. 03434/04H, ECLI:NL:HR:2005:AS1872, LJN AS1872 (Schiedammer Parkmoord II arrest) In deze noot wordt door Knoops ingegaan op de het herzieningsverzoek rondom de Schiedammer Parkmoord. Daarbij gaat hij in op de rechtsbescherming van het instituut van de revisie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2005
AA20050151

De derde als het stiefkind van het bestuursrecht

J.B.J.M. ten Berge, A.P. Klap

Hoewel derden in het bestuursrecht een belangrijke rol spelen, is hun positie verre van duidelijk. Naarmate de besluitvorming van de ene in de andere fase overgaat, lijken de onduidelijkheden zelfs toe te nemen. In deze bijdrage wordt de positie van derden vanaf de primaire besluitvormingsfase tot en met de procedure bij de administratieve rechter geanalyseerd.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970337

De grenzen van de toelaatbaarheid van nieuw bewijsmateriaal in de strafrechtelijke procedure na herziening

G.G.J. Knoops

Hoge Raad 22 februari 2005, nr. 01568/04, ECLI:NL:HR:2005:AR5714, LJN AR5714 (vervolg op Deventermoordzaak) In dit arrest en de daarbij behorende noot worden verschillende kanten van het toelaten van nieuwe bewijs na herziening besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2005
AA20050483

De herziening van het Franse verbintenissenrecht: les jeux sont faits

C. Calomme, J.M. Smits

Post thumbnail

1 oktober 2016 was een historische datum voor het Franse recht. Voor het eerst sinds de invoering van de Code Civil in 1804 vond een grondige herziening plaats van het in het wetboek neergelegde verbintenissenrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de motieven voor en de inhoud van de herziening.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2016
AA20160726

De minister en zijn procureurs-generaal kunnen de pot op. Over rechtspreken en recht praten

W.A. Wagenaar

Het resultaat van rechtspsychologisch onderzoek leidt zelden tot een wijziging van de wet; wel tot aanbevelingen en richtlijnen van het College van procureurs-generaal, of tot Ministeriële Besluiten. Het gaat veelal over uiterst relevante problemen, maar de praktijk leert dat rechters zich vaak niets aantrekken van zulke oekazes, onder het argument dat zij alleen met de wet te maken hebben. Het Openbaar Ministerie ziet hierin een aanmoediging om zich ook niet aan de regels te houden en de politie spant zich tenslotte ook niet meer in als er kennelijk geen prijs op wordt gesteld. Een aantal inmiddels beruchte strafzaken dankt hieraan het gebrek aan kwaliteit dat door A-G Jörg onlangs aan de kaak is gesteld.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050605

De nieuwe kantongerechtsprocedure

Kanttekeningen bij de wet van 21 januari 1991, Staatsblad 50

A. van den Hende-de Vries, R.J.G. Peters

Op 29 januari 1991 heeft de Eerste Kamer goedgekeurd (wetsvoorstel 19 976), inhoudende een algehele herziening van de civiele kantongerechtsprocedure. Met de wet van 31 januari 1991 wordt beoogd te komen tot harmonisering en vereenvoudiging van de procedure. Ten aanzien van deze centrale doelstelling moet men constateren dat de regering in haar opzet is geslaagd. Toch vallen er bij de nieuwe wet enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. Na een historisch overzicht van het wetsvoorstel zal in dit artikel worden ingegaan op de 'consumenten-vriendelijkheid' van de wet, en dan met name op de regeling van de rechtsingang (artikel 104 NRv). Vervolgens zal de regeling van de voorlopige voorzieningen (in haar algemeenheid) aan een nadere beschouwing onderworpen worden, waarbij de vraag centraal slaat in hoeverre de regeling van artikel 116 NRv een verbetering van het huidige artikel 100 Rv inhoudt, en daardoor als een waardig alternatief voor het kort geding gezien kan worden. Tot slot zal kort worden ingegaan op het verband tussen dit wetsvoorstel en de voorgenomen herziening van de rechterlijke organisatie.

Verdieping | Studentartikel
mei 1991
AA19910380

Herziening in belastingzaken

Een impressie van de (on)mogelijkheden van herziening van rechterlijke uitspraken

L.J.A. Pieterse, M.A. Schreinemachers

Post thumbnail Herziening is een bijzonder rechtsmiddel dat vooral in het strafrecht op flink wat aandacht mag rekenen. Dat onder omstandigheden ook een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak die in een belastingzaak is gedaan kan worden herzien, is (veel) minder bekend. De mogelijkheid om de rechter die de uitspraak heeft gedaan te verzoeken om herziening daarvan wegens de ontdekking van een novum, bestaat pas sinds ruim een decennium. In deze bijdrage passeren enkele aspecten van het recht dat herziening beheerst de revue: de ratio en achtergrond van herziening, de ontvankelijkheid van een verzoek tot herziening en de voorwaarden waaronder herziening mogelijk is. Ook wordt ingegaan op de mogelijkheid tot herziening van door de Hoge Raad gewezen arresten.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2011
AA20110104

Herziening van strafvonnissen op grond van uitspraken van het EHRM

B.F. Keulen

In dit artikel wordt ingegaan op de bevoegdheden en regels rondom het herzien van strafrechtelijke uitspraken op basis van uitspraken door het EHRM wanneer er sprake is van schending van het EVRM.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2003
AA20030319

Het staatsnoodrecht herzien: het onvoorzienbare gesystematiseerd

T.D. Cammelbeeck

In dit artikel wordt de wetgeving besproken die tot stand is gebracht op basis van artikel 103 Grondwet en die uitzonderingstoestanden regelt. Het gaat daarbij om vier verschillende wetten die in dit artikel besproken worden, te weten: Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, Invoeringswet Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg) en de Oorlogswet voor Nederland (OWN). Er wordt ingegaan op de inhoud en de totstandkoming van de herzieningsoperatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1996
AA19960762

maart 2008

Katern 106: Faillissementsrecht

N.S.G.J. Vermunt

Resultaat 1–12 van de 19 resultaten wordt getoond