H.J. de Kloe
Bij de vervulling van zijn taak moet de curator zich richten naar het belang van de schuldeisers, maar de curator moet ook rekening houden met belangen van andere bij het faillissement betrokkenen. Schuldeisers moeten daarom in staat zijn hun belangen tegenover de curator te behartigen, maar geen doorslaggevende zeggenschap hebben. Andere belanghebbenden moeten tijdens faillissement ook de mogelijkheid hebben voor hun belangen op te komen. In dit artikel wordt een theoretisch fundament geschetst waaraan zeggenschap van schuldeisers en andere belanghebbenden in faillissement moet voldoen. De conclusie van de auteur is dat het faillissementsbouwwerk op veel punten niet aansluit op het geschetste fundament. Schuldeisers hebben weinig mogelijkheden om tijdig invloed uit te oefenen op de afwikkeling van het faillissement. Voor andere belanghebbenden zijn de mogelijkheden nog beperkter. Daarom worden verschillende aanbevelingen gedaan voor verbouwingswerkzaamheden.
Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2024
AA20240598