P. van Schilfgaarde
Hoge Raad 19 februari 1988, nr. 12814, ECLI:NL:HR:1988:AG5761, RvdW 1988, 37 (mrs. Snijders, Van den Blink, De Groot, Hermans, Bloembergen; wnd. A-G Hartkamp) (Albada Jelgersma-arrest)
Noot bij het Albada Jelgersma-arrest waarin de aansprakelijkheid in concernverhoudingen centraal staat. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de moeder aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door de dochter. Er is dus sprake van indirecte doorbraak van aansprakelijkheid. Daar kan alleen in bijzondere omstandigheden sprake van zijn. In de noot wordt dieper in gegaan op de indirecte doorbraak van aansprakelijkheid en de daaraan te stellen vereisten en worden eerdere uitspraken behandeld.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880452