Resultaat 6841–6852 van de 7242 resultaten wordt getoond
J.A.K. van den Berg, B. Degelink, N. Doeswijk, J. Paulussen, J. Tupamahu
Een uiteenzetting van wat men in dit bijzondere nummer over alternatieve geschilbeslechting allemaal kan vinden.
Bijzonder nummer | Buiten de rechter om | Opinie | Redactioneeljuli 2002AA20020481
P. van der Grinten, F. van Maasakker, I. Reuder
Voorwoord bij de special over het NBW in dichtvorm waarin vele karakteristieken van het nieuwe burgerlijk recht naar voren komen.
Opinie | Redactioneeldecember 1991AA19911058
juli 1982AA19820337
Ars Aequi Libri
Naast de ‘Canon van het Recht’ starten we deze maand met een nieuwe Rode draad, ‘Beroemde en beruchte rechters’, met daarin iedere maand een portret van een – de naam zegt het al – beroemde of beruchte rechter.
Rode draad | Beroemde en Beruchte rechtersjanuari 2010AA20100055
M. de Wit
Dit artikel behandeld de problemen die zouden kunnen ontstaan naar aanleiding van de Europese Uitzendrichtlijn en flexibiliteit wanneer er niet goed genoeg word gekeken naar de grote verschillen die er bestaan tussen verschillende landen op het gebied van uitzendkrachten.
Opinie | Opiniërend artikelfebruari 2002AA20020085
F.C.M.A. Michiels
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 mei 2000, nr. E03.96.0068, ECLI:NL:RVS:2000:AN6468, AB 2000, 395 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 mei 2000 nr. E03.96.0055, ECLI:NL:RVS:2000:AN6467, AB 2000, 394 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 juni 2000, nr. E03.96.1555, ECLI:NL:RVS:2000:AN6469, AB 2000, 396
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2000AA20000795
M.S. Groenhuijsen
Hoge Raad 10 september 1985, nr. 78 419, ECLI:NL:HR:1985:AC1590, DD 86.031; NJ 1986, 199 Wettelijke rente ter zake van vordering tot schadevergoeding in het strafgeding. Vermeerdering van de eis in hoger beroep toegestaan? Afwikkeling van de proceskosten.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860548
H.B. Krans
Perspectief | Reeks ´De waarde van de annotatie´maart 2017AA20170237
M.J. Dubelaar
De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.
Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raadjuni 2015AA20150528
D.J.G. Visser
HvJ EU 23 april 2020, ECLI:EU:C:2020:296 (Gömböc)
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2020AA20201061
P. Groenhuis
In deze reactie gaat de auteur in op een eerder artikel in Ars Aequi waarin de nieuwe wetgeving wordt besproken met betrekking tot schending van vormvoorschriften in het strafproces. De auteur gaat in op de wenselijkheid en de werking van de nieuwe regels rondom vormvoorschriften.
Opinie | Reactie/nawoorddecember 1996AA19960752
J.M. Barendrecht
In deze column van Barendrecht gaat deze in op rechtenstudenten die veel breder zouden moeten kijken dan de technische bestudering van het recht omdat dit veel belangrijker is voor de maatschappij en er ook veel meer kennis voor handen is. Bijvoorbeeld over de werking van straffen in het strafrecht.
Opinie | Columnapril 2009AA20090241